2008
Mensen met een verstandelijke beperking werken steeds vaker bij reguliere bedrijven, midden in de
samenleving. Verondersteld wordt dat hiermee hun kwaliteit van bestaan wordt bevorderd. In hoeverre dit ook daadwerkelijk het geval is, is echter niet duidelijk. Wat is hierover in de wetenschappelijke literatuur bekend?
Marieke is 24 jaar. Ze functioneert op TIQ 74 (TIQ staat voor Totale Intelligentie Coëffi ciënt). Ze had een geboortetrauma en daarbij liep ze een hersenbeschadiging op. Marieke heeft echter wel last om
haar emoties te reguleren. Ze kan erg boos worden en raakt bij overvraging min of meer overspoeld en heeft dan een paar dagen rust nodig. Op haar werk, een sociale werkvoorziening, leerde Marieke haar vriend Jos kennen. Hij is zwakbegaafd, totaal IQ 81. Hij is praktisch vooral sterk en functioneert
dan op laag gemiddeld niveau. Hij woont nu vrijwel zelfstandig onder de paraplu van de instelling waar hij verbleef. Hij wil graag een gezin samen met Marieke en het beter doen dan zijn ouders. Jos vindt het onzin dat zwakbegaafde ouders geen kinderen op zouden kunnen voeden. Wat zou het antwoord aan de ouders/Marieke moeten zijn?
Een deel van het cursusaanbod van ROC De Leijgraaf in Oost-Brabant is speciaal bedoeld voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Wederkerig leren in plaats van instructieleren is daarbij de leerstijl.
Tot voor kort konden ‘civielrechtelijke en strafrechtelijke jongeren’ met ernstige gedragsproblemen door de kinderrechter worden geplaatst in de justitiële jeugdinrichting (JJI). In een overgangsregeling is dit vanaf 2010 niet meer mogelijk. De strafrechtelijke jongeren gaan dan naar een JJI en de
civielrechtelijke naar de gesloten jeugdzorg, ook wel jeugdzorg plus genoemd. Bij beide plaatsingen is het van belang de status van licht verstandelijk gehandicapte (LVG) jongeren te onderkennen. Wat zijn de karakteristieken en behandelcondities van deze jongeren?
We plaatsen LVG’ers en andere mensen die maatschappelijk niet goed mee kunnen doen in een hokje. Maar eigenlijk werkt dit uitgangspunt juist stigmatisering en sociaalmaatschappelijke uitsluiting in de hand: het ontslaat de overheid en de samenleving van de plicht om
echt toegankelijk te zijn voor alle burgers.
Willem Hendrik Suringar (1790-1872) was feitelijk de grondlegger van het reclasseringswerk in Nederland. Met zijn Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen streefde hij naar een betere behandeling van gedetineerden en ex-gevangenen. Dat deed hij in een tijd waarin zware gedetineerden aan kettingen gebonden zaten, meestal tot de dood hen uit hun lijden verloste.