Het beïnvloeden van motivatieprocessen

Het beïnvloeden van motivatieprocessen

3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Motivatie wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor succes. Succes op school en in de sport. Ook in hulpverleningssituaties wordt motivatie gezien als voorwaarde voor het slagen van de behandeling. Sommige jongeren lijken nergens toe gemotiveerd. Geen zin meer in school, ook niet in werk. Eigenlijk nergens in. Of ze zetten zich af tegen de hulpverlening die ze krijgen. Leerkrachten en hulpverleners kunnen er flink mee onthand zitten. Alles is geprobeerd, maar het lijkt allemaal niet te werken. In veel gevallen verlaat zo'n jongere de school of de hulpverlening met het predikaat ‘ongemotiveerd’. 

In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de vraag wat motivatie eigenlijk inhoudt en welke zaken van invloed zijn op de motivatieontwikkeling. Daarbij gaan we dieper in op achtergronden van ongemotiveerd gedrag van (dreigende) ‘uitvallers’, jongeren die het niet redden op school of die in de jeugdhulpverlening dreigen vast te lopen. Tenslotte staan we stil bij enkele uitgangspunten voor het motiveren van deze jongeren. 

Motivatie

Motivatie komt van het Latijnse woord ‘movere’: ‘in beweging brengen’. Wat brengt mensen in beweging? Hoe ontstaat de motivatie tot handelen? Welke krachten spelen daarbij een rol? En wat betekent het wanneer iemand beschouwd wordt als ‘ongemotiveerd’? Het begrip verwijst naar een innerlijke gesteldheid die aanleiding is tot het ontstaan of het nalaten van bepaald gedrag. Het gaat om verklaringen van wat iemand beweegt (de richting van het gedrag), hoe sterk deze kracht is (de intensiteit van het gedrag) en hoe lang iemand het volhoudt (de volharding van het gedrag) (zie 0.a. De Roede, 1993). Er is veel onderzoek gedaan naar motivatieprocessen en er zijn diverse theorieén ontwikkeld over motivatieontwikkeling. Eén van de centrale vragen daarbij is: Moet motivatie nu gezien worden als iets dat binnen de persoon ligt en van binnenuit komt of heeft motivatie meer te maken ‘met invloeden vanuit de omgeving? Hoe beinvloedbaar is de motivatie eigenlijk? Door de jaren heen zien we in motivatietheorien in dit opzicht verschillende accenten.  

Menselijke behoeften

Veel gedrag vindt zijn corsprong in persoonlijke behoeften van mensen. De basale motieven voor gedrag zijn te vinden in processen die noodzakelijk zijn om te overleven zoals eten, drinken en voortplanten. Motivatietheorieén it de eerste helft van de 20e eeuw - de instincttheorie en de drifitheorie - baseren zich op de overlevingsdrang van mensen. Naast deze biologisch georiénteerde motivatietheorieén ontstaan naderhand theorieén die zich meer richten op de psychosociale kanten van het menselijk gedrag. Zo heeft Maslow (1972) een onderscheid gemaakt in verschillende niveaus van behoeften: - Primaire behoeften: behoefte aan voedsel, lucht, slaap en warmte.Behoefte aan veiligheid en zekerheid. Sociale behoeften: de behoefte aan contact met anderen, De behoefte om erbij te horen. Behoefte aan eigenwaarde: de behoefte om iemand te zijn, om iets te presteren, de behoefte om erkend en gewaardeerd te worden. Behoefte aan zelfontplooiing: het verlangen naar nieuwe ervaringen, naar ontwikkeling. Er is sprake van een rangorde, een hiérarchie in behoeften. Een gevoel van bijvoorbeeld veiligheid (niveau 2) is nodig om gemotiveerd te raken tot sociale contacten (niveau 3). Pas wanneer voldaan is aan de behoefte op een lager niveau, ontstaat er ruimte voor de behoefte op het daarop volgende niveau.  

Begeleider: Uitgaan van waar de jongere goed in is en kijken naar wat goed gaat, dat is heel belangrijk. Daar begin ik ook altijd mee. En steeds maar weer terugkijken: “Kijk es, hier ben je nu en daar was je toen je begon. Dat heb je helemaal zelf gedaan.’ Net zo lang totdat de jongere het zelf ook gaat doen. Je moet ze geen dingen boven hun niveau laten doen. Zelf zijn ze daartoe geneigd. Willen teveel, grijpen te hoog. Je moet zorgen dat ze dingen doen die ze aankunnen, zodat ze succes kunnen halen en het geen teleurstelling wordt.