'Ik ben het niet waard, dus droppen ze me maar hier': Een onderzoek naar de ervaringen van jongeren in en na de gesloten jeugdzorg

'Ik ben het niet waard, dus droppen ze me maar hier': Een onderzoek naar de ervaringen van jongeren in en na de gesloten jeugdzorg

Gratis

Omschrijving

In 2020 zaten er ruim 1.800 kinderen in de gesloten jeugdzorg. Kinderen met enorme hulpvragen, bijvoorbeeld rondom zelfbeschadiging, suïcidaliteit, mensenhandel of drugsgebruik. Ze hebben zorg nodig bij hun boosheid, verdriet of bij het verwerken van traumatische herinneringen. Bovenal hebben ze aandacht en geborgenheid nodig. 

Toch is de gesloten jeugdzorg voor veel kinderen onveilig en schadelijk. Kinderen maken er gevaarlijke situaties mee: 81% maakt geweld mee tussen groepsgenoten, 87% wordt gefixeerd (door begeleiders vastgepakt en op de grond geduwd). De meeste kinderen moeten weleens naar een isoleercel als ze verdrietig of boos zijn, of volgens begeleiders iets verkeerds hebben gezegd. De helft moet zich ook verplicht uitkleden bij begeleiders. Voor een urinecontrole of om te kijken of ze geen gevaarlijke spullen bij zich hebben. 

De gesloten jeugdzorg biedt kinderen vaak niet de ruimte om te herstellen en zich te ontwikkelen. De meeste kinderen krijgen geen goede behandeling voor de problemen waar ze mee kwamen. Vaak is er ook geen passend onderwijs.

“Dat ze me daar heen hebben gestuurd en achter hebben gelaten, daar kan ik niet bij. Elke keer als ik iemand belde zei ik: ‘haal me hier weg’. Maar zolang je er niet zelf hebt gezeten, begrijp je het niet. Je kan zeggen: ‘ik snap het.’ Maar als je het niet zelf hebt meegemaakt, snap je het niet. Het is echt verschrikkelijk.” (Meisje, 19 jaar, zat vijf maanden in de gesloten jeugdzorg)

Door deze onveiligheid hebben kinderen nieuwe en verergerde problemen als ze uit de zorg komen. Ze kampen met trauma’s, angsten, herbelevingen en nachtmerries. Ze hebben minder vertrouwen in de mensen om hen heen en lopen op school erg achter op hun leeftijdsgenoten. Ook als jongvolwassenen dragen ze vaak de gevolgen met zich mee.

Dat blijkt uit onderzoek onder 37 jongeren die tussen 2015 en 2021 in de gesloten jeugdzorg zaten en nu hun verhaal vertellen. Bijna de helft zat in 2020 of 2021 nog in de gesloten jeugdzorg. De jongeren hebben samen op achttien verschillende locaties voor gesloten jeugdzorg gezeten. Voor dit onderzoek spraken we ook 75 hulpverleners. Zij doen hun uiterste best om de juiste zorg te bieden, maar zitten soms vast in een systeem van regels waar ze in mee moeten gaan. Slechts 37% van de hulpverleners vindt dat hun gesloten jeugdzorginstelling hulp van onvoldoende kwaliteit biedt.