Kansen voor kinderen: een postcodetombola?

Kansen voor kinderen: een postcodetombola?

Gratis

Omschrijving

Een verkennend onderzoek naar gelijke toegang tot voorzieningen voor kinderen in Nederland die opgroeien in armoede.

Geen dak boven je hoofd. Geen warm water. Geen geld voor een schoolreisje. In Nederland groeien volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maar liefst 292.000 kinderen op in armoede. 

Zij worden dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van geldgebrek. Armoede is een multidimensionaal probleem en de praktijk is zo versplinterd geraakt dat zowel burgers als professionals door de bomen het bos niet meer zien. Armoedebestrijding is vooral een taak van gemeenten geworden en de gemeenten pakken het allemaal anders aan.

Door de decentralisatie lijkt een spanningsveld te zijn ontstaan tussen de positie van de landelijke overheid en die van de lokale overheden: gemeenten willen de vrijheid en daarmee de verantwoordelijkheid om eigen beleid te kunnen voeren, maar om armoede effectief te kunnen bestrijden is actieve bemoeienis van de Rijksoverheid nodig en daar wringt de schoen. Het pro-actieve optreden op landelijk niveau blijft namelijk uit. Hierdoor wordt gelijke toegang tot voorzieningen voor kinderen in armoede onmogelijk gemaakt.

Is het dan zo dat de woonplaats van een kind, zijn of haar kansen bepaalt? Kinderrechtenorganisaties Defence for Children en Save the Children hebben door middel van verkennend onderzoek geprobeerd het antwoord op die vraag te vinden. Daarbij is ook gekeken naar de rol van de Rijksoverheid gelet op de verantwoordelijkheden in het kader van het bieden van een toereikende levensstandaard op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag en het reduceren van armoede op basis van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen binnen dit onderzoek:

• Een effectieve en structurele aanpak van armoede onder kinderen ontbreekt.

• Het landelijke sociaal vangnet schiet tekort.

• Vanuit kinderrechtenperspectief heeft de Rijksoverheid een inspanningsverplichting ten aanzien van het reduceren van het aantal kinderen in armoede als ook het inzetten van passende zorg en ondersteuning aan kwetsbare gezinnen. Een effectieve uitoefening van deze verplichting wordt in de praktijk onvoldoende teruggezien.

• De onderzochte gemeenten vertonen significante verschillen op het gebied van de invulling van het armoedebeleid, het vaststellen van de lage-inkomensgrens, het aanbod van voorzieningen ten behoeve van kinderen, de digitale toegang tot die voorzieningen, het faciliteren van jongerenparticipatie en het aangaan van samenwerkingsverbanden. Daarbij is de bestrijdingsaanpak nog te vaak gericht op het compenseren van de gevolgen van armoede.

• De gemeenten ervaren overwegend dezelfde belemmeringen om tot een effectieve aanpak van armoede onder kinderen te komen: het taboe rondom armoede, het systeem van inkomensondersteuning, gebrekkige preventiemechanismen, het bereiken van de doelgroep en privacy-wetgeving.

• Sommige gemeenten zijn enorm actief en vindingrijk met betrekking tot de aanpak van armoede onder kinderen. Helaas hebben die ontwikkelingen nog geen ‘landelijke’ uitstraling. Dit onderzoek toont aan dat het sociale ‘vangnet’ niet werkt. Niet voor de minima, niet voor de middenklasse en al helemaal niet voor alle kinderen. Die zijn uiteindelijk het kind van de rekening, want een kind krijgt maar één kans om op te groeien.