Landelijk kader VeiligHeidsHuizen Vóór en dóór partners

Landelijk kader VeiligHeidsHuizen Vóór en dóór partners

2013 | Ministerie van Veiligheid en Justitie
Gratis

Omschrijving

Voor u ligt het landelijke kader Veiligheidshuizen. Het kader beschrijft het gewenste kader voor de doelstellingen en functie van de Veiligheidshuizen. Het kader is gemaakt dóór en vóór alle landelijke partners 1 die deel uitmaken van het netwerksamenwerkingsverband ‘Veiligheidshuis’. 

In Nederland zijn vanaf de jaren negentig, uit lokale initiatieven, Veiligheidshuizen op verschillende manieren vormgegeven. In eerste instantie ging het om de samenwerking tussen justitiële partners (Justitie in de Buurt). Om de effectiviteit van aanpakken te vergroten werd de samenwerking later verbreed naar gemeenten en zorg- en hulpverlening. De afgelopen jaren hebben de Veiligheids - huizen zich, naar lokale behoefte, ieder op eigen wijze verder ontwikkeld, met als gevolg dat Veiligheidshuizen van elkaar verschillen in organisatiestructuur, in de deelnemende partners en in werkwijze. Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrecht-, de zorgketen en (andere) gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. 

Er is brede consensus onder professionals dat samenwerking in het Veiligheidshuis bijdraagt aan de kwaliteit van de gepleegde interventies, doordat sprake is van meer afstemming en samenhang in de uitvoering. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de samenwerking ertoe leidt dat maatschappelijke problemen eerder of beter worden gesignaleerd en sneller worden opgepakt 2. Ondanks de positieve bijdrage van Veiligheidshuizen bij de aanpak van lokale veiligheidsproblematiek zijn er verschillende ontwikkelpunten geconstateerd in de huidige vorm en werkwijze van de samenwerking 3. Weliswaar verschilt de mate waarin sprake is van dergelijke ontwikkelpunten per Veiligheidshuis. Toch zijn er signalen dat er ruimte is voor verdere optimalisering van de samenwerking die leidt tot een effectievere werkwijze. 

Vanaf 1 januari 2013 verschuift de regie op de Veiligheidshuizen van het Rijk naar gemeenten. Daarmee krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de coördinatie op de regionale samenwerking in het Veiligheidshuis. In samenhang daarmee wordt ook de Rijksbijdrage aan Veiligheidshuizen niet langer via het Openbaar Ministerie verstrekt, maar via gemeenten. Ook vinden er momenteel verschillende verschuivingen plaats in de domeinen waarin de Veiligheidshuizen opereren (zorg en veiligheid). Zo is er sprake van een decentralisatiebeweging, waarbij gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden krijgen in het zorg- en veiligheidsdomein, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg. Tegelijkertijd vindt er een tegengestelde beweging plaats bij politie (één landelijk politiekorps) en justitie (gerechtelijke kaart). Ook in de strafrechtketen is sprake van een verschuiving door de invoering van ZSM 4. Waar de Veiligheidshuizen zich richten op de gezamenlijke aanpak van complexe problematiek, werken binnen ZSM (justitie)partners nauw samen om veelvoorkomende criminaliteit (relatief eenvoudige misdrijven) snel en simpel af te doen.