Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling

Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling

2021 | Atlas Research
Gratis

Omschrijving

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) beschikt sinds 2008 over de Leefbaarometer. Met dit instrument wordt voor heel Nederland op laag schaalniveau een inschatting van de leefbaarheid gegeven op basis van omgevingskenmerken. De kaarten en de achterliggende gegevens zijn te raadplegen via www.leefbaarometer.nl. 

De oorspronkelijke Leefbaarometer 1.0 dateert uit 2008 (Leidelmeijer et al., 2008). Het model van Leefbaarometer 2.0 is ontwikkeld in 2014 (Leidelmeijer et al., 2014). De laatste meting daarmee heeft plaatsgevonden in 2018 (Leidelmeijer et al., 2018). Leefbaarometer 2.0 bestaat uit vijf dimensies (Woningen, Fysieke omgeving, Voorzieningen, Bewoners en Veiligheid) met in totaal 100 omgevingskenmerken. Het ministerie van BZK heeft eind 2020 via een Europese aanbestedingsprocedure opdracht gegeven om het model van de Leefbaarometer te herijken. Het is namelijk denkbaar dat in de loop van de tijd de wijze waarop de leefomgeving gewaardeerd wordt door bewoners veranderd is, mede als gevolg van nieuwe maatschappelijke fenomenen. Bovendien staan de ontwikkelingen in de kwaliteit en beschikbaarheid van bestaande databronnen niet stil en anno 2021 zijn er andere databronnen beschikbaar die het mogelijk maken om een betere inschatting van leefbaarheid te geven.

Dit rapport beschrijft uitgebreid de ontwikkeling en werking van de vernieuwde Leefbaarometer 3.0. De belangrijkste wijzigingen hebben te maken met de samenstelling van de omgevingskenmerken in het model. We hebben alle bestaande en potentieel nieuwe omgevingskenmerken kritisch tegen het licht gehouden en onderworpen aan een kwalitatieve toets waarbij de meest recente inzichten uit de wetenschappelijke literatuur zijn verwerkt. Dit heeft geleid tot een aangepaste groepering in vijf dimensies: Woningvoorraad, Fysieke omgeving, Voorzieningen, Sociale samenhang en Overlast en onveiligheid.

Daarnaast is er de afgelopen jaren een publieke discussie ontstaan over het gebruik door de overheid van onder meer migratieachtergrond en huishoudsamenstelling als indicatoren in monitoringsinstrumenten zoals de Leefbaarometer. Gelet op deze discussie en omdat een onjuiste interpretatie van het model van de Leefbaarometer kan bijdragen aan stigmatisering van specifieke groepen in de bevolking, zijn in Leefbaarometer 3.0 geen kenmerken meer opgenomen die raken aan persoons- of huishoudkenmerken die potentieel als stigmatiserend kunnen worden ervaren. 

Het beschikbaar komen van nieuwe gegevensbronnen heeft ook een aantal nieuwe omgevingskenmerken (zoals hittestress) en betere operationaliseringen mogelijk gemaakt (zoals bij aardbevingen). Tot slot is de methode voor de modelschatting herzien, waardoor de onderliggende modellen robuuster zijn geworden. De uitkomsten van de Leefbaarometer 3.0 zijn ter toetsing en validatie voorgelegd aan de begeleidingscommissie van het onderzoek (zie bijlage 8), aan een wetenschappelijke expert (Prof. Dr. Harry Garretsen, Rijksuniversiteit Groningen) en aan individuele gemeenten, stadsregio’s en provincies (via in totaal 15 validatiegesprekken). Aanvullend is de externe validiteit nader onderzocht door kwantitatieve vergelijkingen met lokaal bewonersonderzoek in een aantal gemeenten. 

Het hierboven geschetste onderzoek en proces hebben geleid tot een wetenschappelijk onderbouwde en herkenbare Leefbaarometer 3.0. Deze bestaat – naast de totaalscore van de leefbaarheid - uit vijf dimensies, waarin in totaal 45 typen omgevingskenmerken, verdeeld over 94 indicatoren zijn verwerkt. Deze Leefbaarometer 3.0 geeft goed weer hoe aantrekkelijk mensen een leefomgeving vinden en kan als signaleringsinstrument worden gebruikt om een eerste beeld te krijgen van de lokale verschillen in leefbaarheid in Nederland anno 2020. Voor de precieze situatie en duiding ter plekke is lokaal onderzoek altijd wenselijk. 

1.1 Leeswijzer
Deze rapportage gaat uitvoerig in op de ontwikkeling van de nieuwe Leefbaarometer (LBM 3.0). In hoofdstuk 2 worden de achtergrond van de Leefbaarometer en de motivatie voor het herijken en de aanpassingen naar Leefbaarometer 3.0 nader uiteengezet. In hoofdstuk 3 wordt de inhoudelijke toets van de omgevingskenmerken besproken. De bespreking van de kwantitatieve toets van de omgevingskenmerken en het bepalen van de samenhang van elk kenmerk met de leefbaarheid is opgesplitst naar deelmodel. De schatting op basis van de bewonersoordelen uit het WoonOnderzoek Nederland van 2018 (WoON 2018) komt aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 volgt de bespreking van het schatten van de leefbaarheid aan de hand van gerealiseerde transacties op de woningmarkt in 2017-2019. Hoofdstuk 6 legt de berekening van Leefbaarometer 3.0 uit en bespreekt achtereenvolgens de betrouwbaarheid en de interne en externe validiteit van Leefbaarometer 3.0. Hoofdstuk 7 staat tot besluit stil bij de gemaakte keuzes in de rapportage en weergave van Leefbaarometer 3.0 op de website.