Lokale Rekenkamers: over beleid gericht op de Jeugdwet

Lokale Rekenkamers: over beleid gericht op de Jeugdwet

2023 | Nji
Gratis

Omschrijving

In 2015 ging de verantwoordelijkheid voor jeugdhulp over van het Rijk naar de Nederlandse gemeenten. Dit betekende dat gemeenten jeugdhulp moesten inkopen. De reden voor deze transitie was de veronderstelling dat de hulp beter en goedkoper zou kunnen als deze dichter bij het kind georganiseerd kon worden. 
In de nieuwe Jeugdwet werden een aantal doelen geformuleerd:

•         Eén gezin krijgt één plan met één regisseur;
•         Er komt meer ruimte voor de professional en minder regeldruk in hun werk;
•         We maken meer gebruik van de eigen kracht van jongeren, gezinnen en hun sociale netwerk;
•         We schrijven minder vaak medicijnen voor en brengen de zorgvraag terug;
•         We bieden eerder (jeugd)hulp op maat voor kwetsbare kinderen. 

Er is al veel geschreven over het al dan niet “slagen” van de jeugdwet. En over het blijvend groeien van het jeugdzorggebruik, ook na 2015. Het NJi krijgt van gemeenten daarnaast regelmatig de vraag hoe andere gemeenten het georganiseerd hebben, en wat daarin wel en niet werkt. Gemeenten hebben veel vrijheid om hulp voor kinderen en gezinnen op hun eigen manier te organiseren. Ze zijn nieuwsgierig naar de doelmatigheid van hun eigen beleid, en willen van elkaar leren. 
De vraag naar de doelmatigheid van beleid wordt binnen gemeenten vaak voorgelegd aan de lokale rekenkamer. De Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers heeft de onderzoeken die zijn uitgevoerd naar jeugdhulp in gemeenten verzameld in een metadossier.
Als stage-opdracht voor haar opleiding Bestuurskunde heeft Yasemin Burunguz voor het NJi dit metadossier geanalyseerd, onder begeleiding van Afke Donker, senior medewerker Monitoring en Sturingsinformatie bij het NJi. Per jeugdwetdoel zijn de bevindingen van de lokale rekenkamers onderzocht. Ook zijn de aanbevelingen van de lokale rekenkamers in kaart gebracht. De bevindingen van dit onderzoek vindt u in dit document.