In deze studie wordt allereest ingegaan op de vraag wat we moeten verstaan onder de begrippen ‘onzekerheid ’ en ‘maatschappelijk onbehagen’. Want ook al klinken deze termen veelvuldig in het politieke debat, het blijft vaak onduidelijk waarnaar ze nu eigenlijk verwijzen en wat hun onderlinge samenhang is. Deze studie presenteert ook de resultaten van een enquête onder bijna 3 .000 Nederlanders naar mogelijke gevoelens van onzekerheid op diverse terreinen van het leven. Niet eerder werden de inwoners van ons land zo uitgebreid en rechtstreeks hierover bevraagd. Vervolgens gaat de studie in op een derde concept, namelijk ‘persoonlijke controle’. Dat is de mate waarin mensen door eigen handelen de uitkomsten kunnen verkrijgen die ze belangrijk vinden, of wel: hoeveel grip zij hebben op hun leven. Het begrip ‘persoonlijke controle’ klinkt veel minder vaak in het politieke debat, maar deze studie laat zien dat het een sleutelrol vervult . Persoonlijke controle blijkt zowel de tegenhanger van onzekerheid en onbehagen als de missing link tussen beide. Daarom is in de enquête ook gemeten hoe de Nederlanders scoren op gevoelens van controle. De resultaten laten zien dat mensen die laag scoren op gevoelens van controle, zich vaker onbehaaglijk voelen over de samenleving. De conclusie van deze studie is dat onbehagen over de samenleving als geheel deels verklaard kan worden uit een gebrek aan controle dat mensen ervaren in hun eigen leven. Dit is een nieuw en origineel perspectief op de oorzaken van maatschappelijk onbehagen, en roept om de vraag hoe we kunnen bevorderen dat mensen zoveel mogelijk grip hebben op hun leven. Daarop zal de wrr uitgebreid ingaan in een later dit jaar verschijnende publicatie