Regiovisies Jeugdhulp

Omschrijving

De Jeugdautoriteit ziet dat regionale samenwerking een belangrijke rol vervult in het waarborgen van de continuïteit van de jeugdhulp. De inkoop van gespecialiseerde jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering is niet goed mogelijk zonder regionale samenwerking.1 Tegelijkertijd ziet de Jeugdautoriteit dat deze regionale samenwerking soms moeizaam verloopt. Dit komt onder meer naar voren uit het verdiepingsonderzoek van de Jeugdautoriteit (2021)2. Daarnaast blijkt ook uit casuïstiek bij de Jeugdautoriteit dat rond specifieke casussen de regionale samenwerking niet altijd optimaal functioneert en/of bijdraagt aan de problematiek rond de casus. Binnen het jeugdzorgstelsel werken verschillende partijen samen vanuit ieder een eigen rol. De professionalisering van die rollen draagt bij aan een beter werkend stelsel. Mede daarom heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in juni 2020 een resolutie aangenomen met betrekking tot een Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO). De NvO houdt onder andere in dat de gemeenten in regionaal verband een regiovisie opstellen voor de jeugdhulp, die aangeeft hoe gemeenten de beschikbaarheid en continuïteit van jeugdhulpfuncties borgen en wat de gewenste ontwikkeling van het zorglandschap is. De NvO formuleert een aantal eisen waaraan de regiovisie moet voldoen. In Nederland zijn er 42 jeugdhulpregio’s. Een groot deel daarvan was in 2021 nog bezig met het opstellen van de regiovisies en de VNG ondersteunde de regio’s hierin tot eind 2021. Inmiddels is het (ten tijde van het schrijven van dit rapport) twee jaar geleden dat de resolutie is aangenomen en is de ondersteuning door de VNG ruim een half jaar beëindigd. Daarmee vindt de Jeugdautoriteit het een goed moment te onderzoeken of regio’s uitvoering hebben gegeven aan de afspraak om een regiovisie op te stellen en of die regiovisies ook inhoudelijk voldoen aan de eisen van de NvO.3 Door de NvO als uitgangspunt te nemen, wordt een toetsingskader gebruikt waaraan de gemeenten zichzelf hebben verbonden. Daarnaast is in dit onderzoek het toetsingskader dat de NvO biedt op twee punten door de Jeugdautoriteit aangevuld: de monitoring van de ontwikkelingen die in de regiovisie worden geschetst en de aandacht voor de transformatiedoelen van de Jeugdwet. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de maanden maart en april van 2022. In die periode is voor elke regio bepaald of er een regiovisie is opgesteld. Als er een regiovisie beschikbaar was, is deze geanalyseerd. Daarnaast heeft per regio een gesprek plaatsgevonden. De uitkomsten van de analyse van de regiovisies staan in hoofdstuk 3 weergegeven. De rode draden uit de gesprekken met de regiovertegenwoordigers staan in hoofdstuk 4. In Hoofdstuk 5 staan vervolgens de conclusies en een aantal aanbevelingen.