Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen voor jeugdhulp en jeugdbescherming

Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen voor jeugdhulp en jeugdbescherming

Gratis

Omschrijving

In de afgelopen jaren is er gelukkig veel meer maatschappelijke aandacht voor scheidingsproblematiek gekomen. De overheid wil de problematiek rondom scheiding terugdringen en de professionals daarvoor betere (werk)kaders bieden. Door de ministeries van J&V en VWS, in samenwerking met de VNG, is daartoe in 2017 het Platform Scheiden zonder Schade opgericht dat intensief werkt aan verbeteringen op alle niveaus. In het scheidingsdomein zelf zijn nieuwe interventies ontwikkeld en enkele zijn op hun effectiviteit (verder) onderzocht. Daarnaast is nieuwe literatuur beschikbaar gekomen. Dit alles was reden voor de beroepsverenigingen NIP, NVO en BPSW om tot een update van de richtlijn te komen. De herzieningswerkgroep stond voor de uitdaging om de kennisbasis te actualiseren en werkzame handvatten voor hulp te formuleren voor de jeugdprofessionals. Dat is niet gemakkelijk gebleken. Er is weliswaar voldoende kennis over de gevolgen van scheiding voor jeugdigen en ook de risico- en beschermende factoren voor het ontwikkelen van een conflictscheiding zijn goed in beeld, incl. het verband met huiselijk geweld en kindermishandeling. Het ontbreekt echter nog aan voldoende evidence based en op de zeer gedifferentieerde doelgroep en de verschillende problemen toegesneden instrumenten voor screening en behandeling, aan vroegtijdige signalering en aan goede samenwerking tussen hulpverleners, jeugdbeschermers, advocaten en rechters. Het besef groeit wel dat willen we de scheidingskinderen helpen, we allereerst hun ouders moeten helpen. Er moet kennis uit de GGZ beschikbaar komen voor deze doelgroep, zowel preventief als curatief.

De herziening is uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht in opdracht van en samenspraak met de beroepsverenigingen NIP, NVO en BPSW, Defence for Children en cliëntvertegenwoordigers. Bij de herziening zijn ook advocaten en familierechters betrokken en hebben deskundigen en ervaringsdeskundigen op het gebied van ‘ouderverstoting’ bijgedragen. Het verbeteren van de richtlijn was niet mogelijk geweest zonder deze grote groep van professionals en specialisten. De auteurs en herzieningswerkgroepleden bedanken hen allemaal voor hun inzet. Het was een intensief en leerzaam proces. Ondanks een grondige zoektocht door de wetenschappelijke literatuur zijn er nog veel vragen niet te beantwoorden op basis van wetenschappelijke bevindingen. Meer onderzoek is nodig, maar deze herziene richtlijn brengt wel de problemen en hun complexiteit goed in beeld en dat is behulpzaam voor professionals. De auteurs zijn er in geslaagd om aanbevelingen en basisregels te formuleren en mogelijkheden te creëren voor hulpverleners om beter aan te sluiten bij de individuele situatie van deze gezinnen.