Risicotaxatie bij plegers van transnationaal seksueel kindermisbruik

Risicotaxatie bij plegers van transnationaal seksueel kindermisbruik

2025 | WODC
Gratis

Omschrijving

Jaarlijks plegen minstens 20.000 Nederlandse mannen seksueel kindermisbruik in het buitenland.

Voor het eerst kan een schatting worden gegeven van het aantal Nederlandse mannen dat transnationaal seksueel kindermisbruik (TSK) heeft gepleegd. Uit een representatieve steekproef blijkt dat 2,3% van hen ooit in het buitenland seks heeft gehad met een minderjarige terwijl zij zelf volwassen waren. Twee derde deed dit nog in de afgelopen vijf jaar, wat neerkomt op minstens 20.000 Nederlandse mannen die jaarlijks afreizen naar het buitenland en zich daar schuldig maken aan seksueel kindermisbruik. Om TSK tegen te gaan moet de pakkans vergroot worden en moeten de daders ervan beter in de gaten gehouden worden.

Dat blijkt uit onderzoek van het NSCR en de Vrije Universiteit Amsterdam, in opdracht van het WODC. Hierin is via onder andere een enquête onder meer dan 9000 Nederlandse mannen, onderzocht hoeveel plegers van TSK er zijn en wat hun kenmerken zijn. Daarnaast is dit onderzoek specifiek gericht op de risicotaxatie bij deze groep. Hoe kan op een effectieve en verantwoorde manier worden ingeschat welke daders een hoog risico hebben om opnieuw in de fout te gaan? En tegen welke knelpunten lopen professionals aan bij het monitoren van deze groep?

Prevalentie transnationaal seksueel kindermisbruik
Meer dan 9000 Nederlandse mannen in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar zijn bevraagd via een online enquête. Daarbij ging het om een representatieve steekproef. Wanneer de bovengenoemde 2,3% plegers wordt omgerekend naar de hele bevolking komt dat naar schatting neer op tussen de 131.000 en 171.000 Nederlandse mannen die zich ooit schuldig hebben gemaakt aan offline transnationaal seksueel kindermisbruik in het buitenland.

Naast fysiek afreizen naar het buitenland kan TSK ook via online kanalen worden gepleegd. Het gaat dan om livestreams waarop via de webcam minderjarigen te zien zijn die seksuele handelingen verrichten.  Tellen we personen die ooit daaraan hebben deelgenomen ook mee, dan stijgt het percentage TSK-plegers tot 3,4%. Opvallend is dat 86% van de 215 online daders ook aangaf een fysieke vorm van seksueel kindermisbruik in Nederland of in het buitenland te hebben gepleegd.

Gebrekkig zicht op plegers
Seksueel kindermisbruik is strafbaar, ook als dit door Nederlanders in het buitenland wordt gepleegd. Door de lage pakkans hebben Nederlandse autoriteiten weinig zicht op TSK-plegers. Daardoor is er te weinig informatie beschikbaar voor betrouwbare risicotaxatie, wat de monitoringtaak van de politie en toezicht door reclassering bemoeilijkt. Bij (vermoedens van) TSK vindt de inschatting van risico’s vaak niet, of niet door daarvoor opgeleide experts, plaats. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk de beschikbare instrumenten en maatregelen in te zetten om herhaald TSK tegen te gaan. Dit verlaagt weer de pakkans en houdt een vicieuze cirkel in stand waarin geen zicht kan worden gekregen op plegers van TSK.

Aanbevelingen
Op basis van de belangrijkste conclusies van het onderzoek doen de onderzoekers een aantal  aanbevelingen over de inschatting van recidive bij deze groep en over de (bredere) aanpak van dit probleem. Allereerst bevelen zij aan om de pakkans van TSK te vergroten. Het voorkomen van recidive door plegers van TSK en het maken van risico-inschattingen voor deze groep is immers niet mogelijk als zij niet in beeld komen bij politie en justitie. Ook dient de taak van monitoring van plegers van TSK en het gebruik van risicotaxatie helder te worden belegd bij een specifieke organisatie die daar dan ook voldoende voor is toegerust. En partijen die werken met risicotaxatie-instrumenten moeten een betere informatiepositie krijgen. Zij zouden onder meer beter zicht moeten krijgen op in het buitenland veroordeelde Nederlandse daders en over meer inhoudelijke expertise moeten beschikken om de instrumenten correct te gebruiken. Deze aanbevelingen kunnen bijdragen om de bovengenoemde vicieuze cirkel te doorbreken.