Waar een WIG is, is een weg  | over wijkgerichte intensieve gezinsbegeleiding

Waar een WIG is, is een weg | over wijkgerichte intensieve gezinsbegeleiding

Astrid Kemper Berry Rutten | 2008 | 978 90 6665 914 8
9,95
Abonneeprijs: € 7,96

Omschrijving

WIG staat voor Wijkgerichte Intensieve Gezinsbegeleiding. WIG biedt intensieve ambulante hulpverlening in de thuissituatie aan gezinnen met minstens één kind onder de 12 jaar dat een verhoogd risico loopt om gedrag te ontwikkelen dat hem/haar in contact brengt met justitie of politie. De problemen van deze gezinnen zijn chronisch en complex van aard. Er is altijd sprake van een veelheid aan problemen op verschillende gezinstaken waardoor ouders overbelast zijn. Eerdere contacten met hulpverleningsinstanties hebben niet het gewenste eff ect opgeleverd, waardoor gezinnen het vertrouwen in de mogelijkheden van de hulpverlening en/of van de maatschappij waarin ze leven, verloren hebben. 


De hulpverlening van WIG is intensief en richt zich op het activeren van positieve krachten in het gezin zodat ouders weer grip krijgen op de opvoedingssituatie. Daarnaast richt WIG zich op het activeren en coachen van de omgeving van het gezin, opdat gezinsleden kunnen profi teren van de steun die de buurt en de wijk hun kan bieden. 

Doelstelling WIG
De doelstelling van WIG is samen met ouders realiseren dat kinderen op een veilige en voor hun ontwikkeling acceptabele manier thuis kunnen wonen, eventueel met behulp van minder intensieve hulpverlening.
Om bovenstaande doelstelling te realiseren streeft WIG ernaar dat na de hulp:
•     Het risicogedrag van het kind is verminderd
•     De draaglast van het gezin verkleind is en de draagkracht vergroot doordat:
o    opvoedingsvaardigheden van ouders versterkt zijn
o    huishouden en fi nanciën op orde zijn gebracht
o    het sociale netwerk en de positie in de wijk is versterkt
o    de kwaliteit van het individuele welzijn is bevorderd
o    de kwaliteit van de partnerrelatie is bevorderd.
De veronderstelling is dat, wanneer deze doelen gehaald worden, delinquent gedrag van het kind in de toekomst voorkomen wordt.
Wanneer niet gerealiseerd wordt dat het kind op een acceptabele manier thuis kan blijven wonen, stelt WIG zich als doel dat het kind op een voor de gezinsleden geaccepteerde manier elders een plek vindt (met de contact- en verantwoordelijkheidsmogelijkheden die passen bij ouders).

 

Doelgroep WIG
Kenmerken van de doelgroep 
De doelgroep van WIG bestaat uit gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar dat het risico loopt om in de toekomst ernstig delinquent gedrag te ontwikkelen. De problemen in deze gezinnen zijn complex. Er is sprake van een veelheid aan problemen op meerdere terreinen van het gezinsfunctioneren. Het gaat dan om ernstige opvoedings-  en gezagsproblemen, maar ook het huishouden, de financiën, het individuele welzijn van de gezinsleden, de partnerrelatie en de maatschappelijke positie van het gezin vormen een probleem. Het evenwicht tussen de draagkracht en de draaglast is chronisch verstoord. In de literatuur worden deze gezinnen ook wel multiproblemgezinnen genoemd (Baartman & Dijkstra, 1987). Kenmerkend voor deze gezinnen is dat veranderingen van binnenuit en van buitenaf maar zeer moeizaam tot stand komen. Zowel Baartman als Ghesquiére (1996) geeft aan dat dit niet alleen te maken heeft met de complexe problematiek waar deze gezinnen mee kampen, maar tevens met problemen die eigen zijn aan ons hulpverleningssysteem. Zo hebben deze gezinnen vaak te maken met veel verschillende hulpverleners waardoor het gevaar bestaat van versnippering en een gebrek aan coördinatie. WIG besteedt in haar werkwijze veel aandacht aan de coördinatie van hulp van de verschillende instanties die met het gezin te maken hebben. 


Ouders die geen hulp vragen
Wanneer ouders hulp vragen is daar vaak een lang proces aan voorafgegaan. Ze merken dat hun kind gedrag vertoont dat niet alleen door henzelf, maar ook door de omgeving niet als normaal wordt ervaren. Er wordt direct, of indirect gereageerd; de school wil een gesprek met ouders, de buren negeren het gezin, men stelt vragen over het gezin. Vanuit deze er- varingen gaan de meeste ouders op zoek naar hulp en als de situatie nog niet is geëscaleerd kan deze hulp op vrijwillige basis geboden worden.
Kenmerkend voor de doelgroep van WIG is dat ouders om allerlei redenen niet om hulp vragen. Dit komt voort uit negatieve ervaringen, onmacht, angst om zeggenschap over de kinderen te verliezen, onbekendheid of te weinig vaardigheid om daar grip op te krijgen, of omdat er geen passende hulp geboden kan worden. Ouders gaan dan ‘shoppen’. Ze probe- ren bij een fi nancieringsinstantie geld te lenen, kloppen bij een woningbouwvereniging aan voor een goedkoper huis, gaan naar een gemeentelijke instantie om subsidie los te krijgen en stappen naar de huisarts voor medicijnen. Het ene gat wordt met het andere gedicht en het vraagt veel van ouders om overzicht te krijgen en te houden. In de veelheid aan pro- blemen is vaak het zicht op het kind verdwenen, of de tolerantie erg laag, waardoor er niet adequaat op het probleemgedrag van het kind gereageerd wordt. Het kind gaat vervolgens zijn eigen gang en overschrijdt grenzen. Dit uit zich bijvoorbeeld in openlijk of verborgen antisociaal gedrag zoals vechten, vandalisme en schelden. Het kind kan riskante gewoon- ten ontwikkelen zoals gokken, alcohol- of druggebruik. Het gedraagt zich ongehoorzaam of opstandig; is koppig, spreekt voortdurend tegen en praat op een commanderende toon met volwassenen. Vaak beschikken ouders over geringe pedagogische vaardigheden; ze zijn inconsequent, stellen geen grenzen of geven het kind verantwoordelijkheden die het niet aankan. 
 
De problemen in het gezin worden geleidelijk groter, wat kan leiden tot een situatie waarin hulp wordt opgelegd; onvrijwillig. Deze hulp bestaat uit een ondertoezichtstelling (ots), uitgesproken door de kinderrechter op basis van een advies van de Raad voor de Kinderbe- scherming. Het advies is gebaseerd op een gezinsonderzoek. 
WIG biedt hulp aan die ouders en gezinnen die niet rechtstreeks om hulp vragen, maar bij wie de situatie zo geëscaleerd is dat hulp noodzakelijk is. WIG is de laatste mogelijkheid voor deze gezinnen om binnen het vrijwillige kader hulp te krijgen. WIG bereikt deze gezin- nen via signalen uit de omgeving van het gezin (buurtbewoners, hulpverleners). 
Concreet zijn de volgende indicaties en contra-indicaties te benoemen:


Indicaties
-     binnen het gezinssysteem is sprake van een justitiële component (in de ruimste zin van het woord);
-  binnen het gezin is sprake van complexe en chronische problematiek: de problemen zijn langdurig aanwezig en spelen zich af op meerder niveaus in het gezin. Op minimaal drie gezinstaken zijn problemen, waarvan opvoeding er één is; 
-  in het gezin is minimaal één kind jonger dan 12 jaar dat als individu het risico loopt om in de toekomst ernstig delinquent gedrag te ontwikkelen. Het huidige risicogedrag is frequent en intensief en kent een gevarieerd patroon;
-    bij voortduring van het delinquente en/of grensoverschrijdende gedrag van het kind is de verwachting dat het kind vroegtijdig in aanraking zal komen met politie of justitie;
-     binnen het gezin is sprake van een gebrek aan beschermende factoren (structuur in het gezin, adequate en bevredigende daginvulling voor zowel ouders als kind);
-  er zijn structurele problemen m.b.t. behuizing, uitkeringsafhankelijkheid, uiteenvallen van het gezin, nieuwe samenstelling van het gezin, onregelmatigheid van dagtaak, armoede, et cetera;
-  in het verleden zijn hulpverleningscontacten geweest die niet tot het gewenste resultaat hebben geleid of er is, ondanks de problemen, nog nooit contact geweest met de hulpverlening.


Contra-indicaties
-    volledige afwijzing van de eerst(opvoedings)verantwoordelijke t.o.v. het aangemelde kind;
-    de veiligheid van het kind is in het geding en ouders zijn niet bereid te kijken naar het thema veiligheid en daarmee aan de slag te gaan.