Applaus is niet genoeg: Anders waarderen en erkennen van zorgverleners

Applaus is niet genoeg: Anders waarderen en erkennen van zorgverleners

2020 | Raad voor Volksgezondheid
Gratis

Omschrijving

In de afgelopen jaren zijn de tekorten aan zorgverleners sterk toegenomen. Deze tekorten lopen in onze vergrijzende samenleving de komende jaren onvermijdelijk verder op. In het licht van deze tekorten is het schrijnend en zorgwekkend dat steeds meer zorgverleners de sector verlaten, soms al snel nadat zij er zijn begonnen met werken. Daarom heeft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in opdracht van minister De Jonge onderzocht wat ervoor nodig is om te zorgen dat zorgverleners hun werk goed kunnen en willen blijven doen.

De aanpak van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) richt zich op het bevorderen van goed werkgeverschap. Het ministerie constateert dat goed werkgeverschap nog niet overal zichtbaar is. Daarom wil het ministerie meer inzicht krijgen in de factoren die hieraan bijdragen. Aan de hand van het kader voor ‘goed werk’ dat de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) in 2020 heeft gepresenteerd in het rapport Het betere werk1, laat de RVS in dit rapport Applaus is niet genoeg zien wat zorgverleners verstaan onder ‘goed werk’. Daarbij heeft de Raad zich, in overleg met het ministerie van VWS, gericht op drie groepen zorgverleners aan wie sterke tekorten zijn: verzorgenden IG (Individuele Gezondheidszorg), verpleegkundigen en huisartsen.

De Raad constateert dat zorgverleners ervaren dat goed werken in de zorg niet altijd mogelijk is. De oorzaken daarvan zijn meervoudig en verschillen per beroepsgroep, maar er zijn een aantal rode draden te ontdekken. Zorgverleners missen bovenal passende waardering voor het belangrijke werk dat zij doen. Hoewel er veel maatschappelijke waardering is voor zorgverleners en hoewel iemand die in de zorg werkt een cruciaal of ‘vitaal’ beroep heeft, ziet de Raad dat zorgverleners vaak onvoldoende als zodanig erkend worden in de organisaties waarin zij werken. Dat komt op verschillende manieren tot uitdrukking:

• Waardering voor zorgverleners gaat in eerste instantie over het bieden van passende arbeidsvoorwaarden. Vooral voor verzorgenden en verpleegkundigen ontbreekt een aantrekkelijk en passend loopbaanperspectief. Bovendien is het inkomen van vooral verzorgenden niet altijd voldoende om economisch zelfstandig te zijn. Dit komt door de combinatie van kleine contracten en een laag salaris. Daarbij is 

• Ten tweede ziet de Raad dat zorgverleners betekenisvolle zeggenschap over de inhoud van het werk en de organisatie van zorg missen. Veel zorgverleners voelen zich nog te vaak uitvoerder van beleid in de organisatie en missen de ruimte om vanuit hun professionele blik mede vorm te geven aan de zorg die zij leveren. Het gemis aan zeggenschap over de organisatie van zorg geldt vooral voor verzorgenden en verpleegkundigen, voor wie voldoende invloed op hun werktijden en op de werkprocessen vaak ontbreekt.

• Ten slotte is vruchtbare samenwerking belangrijk voor zorgverleners om hun beroep goed te kunnen uitoefenen. Goed kunnen samenwerken wordt steeds belangrijker: zorgvragen van patiënten worden steeds complexer en vergen een multidisciplinaire aanpak. Zorg verlenen is teamwerk en zorgverleners zijn van elkaar afhankelijk voor het leveren van goede zorg. Vaak sluit de financiering van zorg hier niet op aan, waardoor samenwerking in de praktijk moeilijk vorm krijgt. Maar ook (sluimerende) conflicten binnen beroepsgroepen zelf rondom de afbakening van bevoegdheden staan samenwerking in de weg. Bovendien staat de complexe zorgpraktijk soms haaks op hiërarchische en afgebakende werkpatronen binnen en tussen zorgorganisaties.

Tijdens de eerste golf van de coronacrisis klonk het applaus voor zorgverleners door heel het land. Een terechte blijk van waardering vanuit de samenleving. De RVS pleit ervoor om dat applaus te vertalen naar andere vormen van waardering en erkenning van het beroep van zorgverlener, om te voorkomen dat werkenden in de zorg de sector verlaten. Dat is cruciaal voor de volksgezondheid en cruciaal voor de samenleving.

De Raad beseft dat de knelpunten die in dit advies gepresenteerd worden, niet nieuw zijn. Bovendien vormt het beperken van de uitstroom uit de sector niet dé oplossing voor dreigende structurele personeelstekorten. Desondanks is de Raad ervan overtuigd dat er veel meer moet en kan worden gedaan om zorgverleners te behouden

Hierbij zijn niet alleen werkgevers aan zet, maar ook zorgverleners en partijen als de Rijksoverheid, zorgverzekeraars en toezichthouders. De gesignaleerde knelpunten in het werk van zorgverleners hebben vaak betrekking op de relatie tussen zorgverleners, werkgevers en systeempartijen. Werkgevers zijn bij het creëren van goed werk voor zorgverleners afhankelijk van afspraken, wetten en regels, financiering van de zorg en ook van zorgverleners zelf. Het oplossen van de knelpunten vraagt daarom iets van al deze partijen.