Begrijp je me goed? Stereotiep en zelfverwondend gedrag bij jonge kinderen met een  visuele-en-verstandelijke beperking

Begrijp je me goed? Stereotiep en zelfverwondend gedrag bij jonge kinderen met een visuele-en-verstandelijke beperking

Gratis

Omschrijving

Voor wie is het boek bedoeld?
Het boek is geschreven voor orthopedagogen en psychologen die werken in de zorg voor kinderen met een visuele-en-verstandelijke beperking. Het boek kan ook worden gebruikt door professionals die werken in de zorg voor volwassenen met een visuele-en-verstandelijke beperking en/of werken in de zorg voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. Het boek is zeker ook informatief voor ouders, begeleiders en leerkrachten. Verder kan het gebruikt worden voor het onderwijs aan masterstudenten tijdens hun stagejaar.


Achtergrond
Iedere professional in de zorg voor kinderen met een visuele-en- verstandelijke beperking krijgt in meer of mindere mate te maken met stereotiep gedrag, sommige kinderen laten ook zelfverwondend en soms agressief gedrag zien.
In de praktijk blijkt dat stereotiep gedrag dat op jonge leeftijd is ontstaan bij het ouder worden vaak overgaat in zelfverwondend en agressief gedrag. Zelfverwondend gedrag kan leiden tot zeer ernstig lichamelijk letsel zoals open wonden, littekens en bijtwonden. Het is daarom van groot belang om al op jonge leeftijd aandacht te besteden aan onderliggende verklarende redenen voor stereotiepe gedragingen bij kinderen met een visuele-en-verstandelijke beperking. Als dit gedrag op jonge leeftijd te beïnvloeden is, dan kan dit mogelijk zelfverwondend en agressief gedrag op oudere leeftijd voorkómen. Agressief gedrag tegen anderen kwam bij de vier kinderen die beschreven worden in dit boek (nog) niet of nauwelijks voor. Daarom is de focus van dit boek gericht op stereotiep en zelfverwondend gedrag. Het doel van dit boek is om eraan bij te dragen om agressief gedrag te voorkomen door al op jonge leeftijd zorgvuldig de onderliggende reden van stereotiep en zelfverwondend gedrag te analyseren en te interveniëren. Belangrijk is om te weten wat er bekend is in de literatuur over stereotiep, zelfverwondend en agressief gedrag, welke factoren een 15rol spelen bij het ontstaan van deze gedragingen en wat de gevolgen zijn van het gedrag bij kinderen met een visuele-en-verstandelijke beperking. Ook is kennis nodig over onderzoeken en interventies bij deze jonge kinderen. In dit boek beschrijven we cases, we onderzoeken het effect van het volgen van een Stap-voor-Stap model en beschrijven de interventies die zijn aangeboden. 

Interventie
In plaats van stereotiep gedrag af te leren of ander gedrag aan te leren, is de interventie die bij dit onderzoek gebruikt wordt, gericht op het vergroten van het welbevinden van het kind met een visuele-en- verstandelijke beperking en het verminderen van negatieve spanning en emoties. Hierbij is de veronderstelling dat dit een afname van stereotiep en/of zelfverwondend gedrag bewerkstelligt. Samen met de begeleiders wordt gekeken hoe de begeleiding in het leven van een kind meer kindvolgend kan zijn en minder intrusief (zonder uitnodiging ingrijpen).


Opzet van het onderzoek
Om het individueel onderzoek en de interventies op een systematische wijze vorm te geven, word in dit project gebruik gemaakt van het Stap- voor-Stap model. Aan de hand van dit model, een vast schema van acht stappen, kregen onderzoek en interventie vorm. 
In de eerste stappen worden gegevens verzameld en worden hypothesen geformuleerd met betrekking tot de factoren die een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van deze gedragingen. Daarna wordt aanvullend onderzoek gedaan (voormeting) en als er voldoende onderzoeksgegevens zijn, worden de hypothesen aangenomen of verworpen. Daarna wordt de interventie gestart. Sommige hypothesen zijn dan nog niet volledig uitgezocht; er ontbreekt nog informatie. Maar de aanwezige informatie geeft al wel richting voor het aannemen of verwerpen van de hypothese. In de dagelijkse praktijk van de hulpverlening kost het onderzoeken van alle hypothesen veel tijd. Hypothesen die nog niet of onvoldoende zijn onderzocht worden aangehouden. In een cyclisch herhalend proces, waarin steeds opnieuw de Stap-voor-Stap methode wordt gevolgd, zullen alle hypothesen in de loop van de tijd worden onderzocht.

Door een nameting wordt onderzocht of het gebruik van de Stap-voor-Stap methode van onderzoek en interventie effect heeft op het welbevinden van de kinderen en of het stereotiepe, zelfverwondende of agressieve gedrag is verminderd.


Opzet van het boek
Dit boek doet verslag van praktijkonderzoek. Het start met theoretische informatie over stereotiep gedrag en zelfverwondend gedrag. Daarna wordt informatie gegeven over het Stap-voor-Stap model voor diagnostiek en interventie. Dit model wordt bij vier kinderen in detail beschreven. De beschrijvingen van de verschillende casussen maken duidelijk dat het kunnen verklaren van stereotiep gedrag complex is. Als lezer kun je kiezen om één casus per keer te lezen. Het zijn lange beschrijvingen die veel informatie geven. De casussen kunnen los van elkaar gelezen worden. Zij bieden, juist door hun verscheidenheid, samen een goed beeld van de dagelijkse praktijk. 


Protocol voor uitgebreid onderzoek bij complexe problematiek
Dit protocol biedt handvatten voor orthopedagogen en psychologen. We moeten echter niet vergeten dat ieder kind en iedere situatie anders is. Het gaat er dus om kinderen in interactie met hun omgeving te observeren, ervaringen met collega’s te delen en te bespreken met behulp van video-opnamen. 
Achter in het boek zijn opgenomen: een woordenlijst waar begrippen op alfabetische volgorde zijn beschreven, de onderzoeksopzet en de onderzoeksinstrumenten.


Casusbeschrijvingen
Iedere casusbeschrijving heeft eenzelfde opbouw, waarbij de kleuren in de kantlijn de stappen in het proces aangeven.