De effectiviteit van de BORG-training: Een vergelijkend recidiveonderzoek onder daders van partnergeweld

De effectiviteit van de BORG-training: Een vergelijkend recidiveonderzoek onder daders van partnergeweld

Gratis

Omschrijving

De gedragsinterventie ‘Beëindiging Onderling Relationeel Geweld’ (BORG) is ontwikkeld door de Reclassering met als doel partnergeweld terug te dringen. De BORG-training blijkt niet effectief in het verminderen van recidive bij veroordeelde daders van partnergeweld. Er blijkt geen verschil te zijn in de recidive van de BORG-deelnemers en van niet-deelnemers in de controlegroep. Toch wordt aanbevolen om de training te behouden en door te ontwikkelen. Er zijn voldoende aanknopingspunten gevonden op basis waarvan de training wel effectief zou kunnen worden. Dat blijkt uit het WODC onderzoek dat vandaag is gepubliceerd.

Partnergeweld is de meest voorkomende vorm van huiselijk geweld en staat sinds het begin van deze eeuw hoog op de politieke agenda in Nederland. Eén van de daderinterventies die in het afgelopen decennium is ontwikkeld om onder meer de recidive onder daders van partnergeweld terug te dringen is de gedragsinterventie ‘Beëindiging Onderling Relationeel Geweld’ (BORG) van de reclassering. De BORG-training wordt vanaf de zomer 2014 landelijk in Nederland aangeboden. Het is een groepstraining die bestaat uit twaalf groepsbijeenkomsten en drie individuele gesprekken. Hoewel de BORG-training is opgezet als groepstraining, is het ook mogelijk om de training individueel te volgen, bijvoorbeeld als de dader groepsongeschikt is. Het doel van de BORG-training is dat de geweldspiraal in de relatie of voormalige relatie wordt doorbroken en het partnergeweld afneemt of stopt. Daarnaast zijn er drie subdoelen: inzicht in de relatiedynamiek, herkennen van risicosignalen die aanleiding zijn voor gewelddadig gedrag en het toepassen van vaardigheden en strategieën om te voorkomen dat meningsverschillen en conflicten escaleren. De BORG-training is bedoeld voor volwassen daders van partnergeweld, waar sprake is van common couple violence of licht antisociaal geweld. Om te bepalen of een dader in aanmerking komt voor deelname aan de BORG-training worden er verschillende selectiecriteria gehanteerd. Zo moet er bijvoorbeeld sprake zijn van een laag of gemiddeld recidiverisico, moet de deelnemer een verblijfsvergunning hebben, mag er geen sprake zijn van ernstig antisociaal geweld of een ernstig alcohol- of drugsprobleem, moet men het partnergeweld bekennen en is een IQ van 80 of hoger vereist.

In de huidige studie is onderzocht in hoeverre de BORG-training effectief is in het terugdringen van de (huiselijk gewelds)recidive bij daders van partnergeweld en wat mogelijk succesvolle en minder succesvolle aspecten van de training zijn. Het onderzoek bestond uit een kwantitatief en kwalitatief deel. In het onderzoek stonden vier onderzoeksvragen centraal. De eerste drie onderzoeksvragen waren kwantitatief van aard. Hierbij bestond de onderzoeksgroep uit 463 daders van partnergeweld die in de periode januari 2015 tot en met december 2017 deelnamen aan de BORG-training. De controlegroep bestond uit een vergelijkbare groep daders die zijn veroordeeld voor partnergeweld, maar de BORG-training niet hebben gevolgd. De vierde en laatste onderzoeksvraag was kwalitatief van aard en is beantwoord op basis van interviews met dertien daders van partnergeweld die ten tijde van het interview onder toezicht stonden bij de reclassering en ooit deelnamen aan de BORG-training. De onderhavige studie maakt deel uit van een vijfjarig onderzoeksprogramma naar de recidive van en effectiviteit van interventies voor daders van huiselijk geweld.