Een scherpe blik op steekwapenproblematiek

Een scherpe blik op steekwapenproblematiek

Henk Ferwerda Joey Wolsink | 2024 | 978-94-92255-66-2 | www.beke.nl
Gratis

Omschrijving

Literatuuronderzoek naar het dragen, bezitten en gebruiken van steekwapens door jongeren, hun risicofactoren en motieven, (effecten van) interventies en kansen voor beleid en aanpak

Achtergrond, onderzoeksvragen en methodiek
Gedurende het jaar 2019 schrijft de media steeds vaker over geweldsinciden- ten. Omdat (zeer) jonge personen betrokken zijn bij deze geweldsincidenten en vaak messen worden gebruikt, ontstaan hierover zorgen bij beleidsbepalers. Het heeft geleid tot het Actieplan Wapens en Jongeren (hierna: het Actieplan) dat in november 2020 geïntroduceerd is. De doelstelling van het Actieplan was om het wapenbezit en -gebruik – in het bijzonder van steekwapens – onder jongeren te verminderen. Om dit doel te bereiken, is gedurende twee jaar uitvoering gege- ven aan lokale en landelijke preventieve, proactieve en repressieve acties. In 2023 is het Actieplan geëvalueerd. Een belangrijke conclusie is dat het Actieplan dus- danig snel is opgesteld en ten uitvoer gebracht, dat niet afdoende onderzoek is gedaan naar de doelgroep, hoe de doelgroep aan wapens komt en hoe de doel- groep bereikt kan worden om gedragsverandering teweeg te brengen. Tevens is niet in kaart gebracht welke maatregelen bewezen effectief zijn en is bestaand beleid niet getoetst op effectiviteit. Al met al heeft dit ertoe geleid dat de acties vanuit het Actieplan een te brede insteek kenden, waardoor de doelgroep onvol- doende is bereikt om gedragsverandering te bewerkstelligen. Gemeenten hebben zich bij enkele acties afgevraagd of deze wel effect of zelfs een averechts hebben gehad en zouden kunnen leiden tot meer bezit, dragen en gebruik van steekwapens door jongeren. Op basis hiervan is aanbevolen om meer onderzoek te doen naar hoe de doelgroep eruitziet, wat de motieven zijn om een steekwapen te dragen, hoe de doelgroep bereikt kan worden en wat veelbelovende of succes- volle (elementen van) interventies zijn. Nederlandse politici en wetenschappers uit binnen- en buitenland scharen zich achter deze aanbeveling, omdat enkel op deze manier messenproblematiek aangepakt kan worden.

De doelstelling van dit onderzoek is om te voldoen aan die aanbeveling, zodat de resultaten gebruikt kunnen worden voor de aanpak die in 2024 wordt herijkt. Concreet is in dit onderzoek antwoord gegeven op vier onderzoeksvragen:
1.   Wie dragen, bezitten en/of gebruiken een steekwapen; wat is de doelgroep?
2.   Welke redenen – risicofactoren en motieven – liggen ten grondslag aan het dragen, bezitten en/of gebruiken van een steekwapen door de doelgroep?
3. Welke interventies worden in binnen- en buitenland uitgevoerd om de doelgroep te bereiken, welke van deze interventies blijken effectief te zijn om tot gedragsverandering te komen en wat zijn binnen deze effectieve interventies de werkzame bestanddelen?
4.  Welke omstandigheden moeten gecreëerd worden om de effectieve inter- venties te kunnen implementeren?
Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvragen is een grondig lite- ratuuronderzoek uitgevoerd. Door middel van zoektermen is via de databases Web of Science (WoS) en Google Scholar gezocht naar relevante Nederlands- en Engelstalige publicaties. 
4.2   Beantwoording van de onderzoeksvragen
Deze paragraaf geeft antwoord op de onderzoeksvragen en we besluiten dit hoofdstuk met een aantal aanbevelingen van en reflectie door de onderzoekers.
4.2.1  Doelgroep, risicofactoren en motieven
Deze paragraaf geeft antwoord op de vragen wie een steekwapen bezitten, dra- gen en/of gebruiken en welke risicofactoren en motieven hieraan ten grond- slag liggen. Met betrekking tot messenproblematiek is het noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen jongeren die een steekwapen bezitten, dragen en gebruiken. De keuze om hiertoe over te gaan, wordt beïnvloed door persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden en ontwikkelingen. Deze kunnen geca- tegoriseerd worden in het gezins-, de school-, buurt- en het vriendendomein. 80    Een scherpe blik op steekwapenproblematiek
Daardoor moet messenproblematiek ook niet als een op zichzelf staand feno- meen beschouwd worden. 
Er zijn weinig prevalentieonderzoeken uitgevoerd naar het bezit van steek- wapens. Wel blijkt dat de populatie die een steekwapen draagt veel groter is dan de populatie die een steekwapen gebruikt. De steekwapens die jongeren – met name jongens – bezitten, dragen en gebruiken, zijn onder andere keukenmessen, zakmessen, stanleymessen, vlindermessen en stiletto’s. 


Jongeren die een steekwapen bezitten (en deze niet buitenshuis dragen), doen dit onder andere omdat zij het leuk vinden om ze te verzamelen. Een ander motief voor het bezit van steekwapens is dat ze zich thuis, op straat en/of op school onveilig voelen. Ondanks de onveiligheidsgevoelens besluit deze doel- groep de steekwapens niet buiten te dragen. De steekwapen dragende jongeren doen dit wel, om zich te kunnen beschermen indien nodig. Meerdere factoren beïnvloeden de onveiligheidsgevoelens en daarmee de keuze om een steekwapen te bezitten of dragen. Vaak liggen hier negatieve levenservaringen aan ten grond- slag, zoals slachtoffer of getuige zijn van pesten, (huiselijk) geweld of criminaliteit. Onveiligheidsgevoelens nemen ook toe omdat jongeren via (sociale) media veel horen, lezen en zien over geweld en conflicten waarbij al dan niet gebruik is gemaakt van een steekwapen. Dit voedt het idee dat veel anderen op straat en/of op school gewapend zijn. Een laatste factor die onveiligheidsgevoelens vergroot, is het hebben van weinig vertrouwen in instanties. Dit uit zich onder andere in het gevoel dat de politie haar burgers niet of slecht beschermt. De jongeren die een steekwapen dragen, voelen zich minder weerloos en durven eerder een confrontatie aan te gaan. Dit vergroot de kans op (herhaald) slachtoffer- of daderschap, waardoor de onveiligheidsgevoelens verder toenemen en er een vicieuze cirkel ontstaat. 
Het voorgaande heeft betrekking op jongeren die zich doorgaans aan de wet- en regelgeving houden. Er zijn echter ook crimineel actieve jongeren. Zij groeien vaak op in een kwetsbare thuissituatie, zoals in armoede. Hierdoor ervaren de ouders veel stress en vervullen ze een weinig ondersteunende en stimulerende rol. Hierdoor is de hechting tussen ouder en kind onvoldoende. Andere factoren die hieraan bijdragen, zijn: het hebben van een ouder met een crimineel verleden, onderdeel uitmaken van een groot gezin waardoor sprake is van weinig ouderlij- ke supervisie en het hebben van onmachtige ouders ten aanzien van opvoeding. 
Deze thuissituatie is van grote invloed op het gedrag op school, omdat het vaker leidt tot spijbelen, het behalen van een lage startkwalificatie of zelfs vroegtijdig de school verlaten. Daardoor gaan jongeren zich eerder op straat begeven. Met wie zij daar omgaan, bepaalt in sterke mate hun gedrag. Een mogelijkheid is dat ze onderdeel worden van een criminele jeugdgroep. Hierin wordt jongeren een plek aangeboden waar ze bescherming, plezier en respect ervaren, waardoor ze het gevoel hebben ergens bij te horen. Binnen dergelijke groepen hoort het dragen van een steek- of andersoortig wapen bij de groepsidentiteit. Door het dragen toont een individu aan de straatcultuur te kennen en de straatwaarden te accep- teren. Tevens is het een statussymbool. Vaak maken criminele jeugdgroepen zich schuldig aan verschillende criminaliteitsvormen, maar zijn ze met name actief in de drugshandel. Omdat deze jongeren zich ervan bewust zijn dat leden van andere criminele jeugdgroepen ook vaak steek- of andersoortige wapens dragen, dragen zij deze ook met het oog op zelfbescherming. De jongeren in criminele jeugdgroepen hebben vaak moeite om hun emoties te reguleren, zijn vaak sterk anti-politie en ook kampen ze vaker met gedragsstoornissen en hyperactiviteit. De criminele actieve jongeren (die al dan niet participeren in een criminele jeugdgroep) maken zich – in vergelijking met de jongeren die zich doorgaans aan de wet- en regelgeving houden – het meest schuldig aan het gebruik van steek- wapens door criminaliteit te plegen, anderen te intimideren (waarschuwen of bedreigen) en/of anderen te verwonden.


Overige risicofactoren die de kans op het bezit, dragen en gebruik van een steekwapen vergroten, zijn persoonlijkheidskenmerken (impulsief zijn, weinig zelfcontrole en zelfvertrouwen hebben, geweld en straatwaarden accepteren en licht verstandelijk beperkt zijn), alcohol- en drugsgebruik, kampen met mentale gezondheidsproblemen, kijken naar gewelddadige televisie en films en spelen van gewelddadige games. Voor het alcohol- en drugsgebruik geldt dat het de mate van impulsiviteit en het gebrek aan zelfcontrole ook beïnvloeden.