Het geweld achter cijfers

Het geweld achter cijfers

Gratis

Omschrijving

Cijfers spelen een cruciale rol bij het aanpakken van maatschappelijke problemen. Ze maken zichtbaar wat anders onzichtbaar blijft en helpen om trends en ontwikkelingen te signaleren. Maar cijfers zijn nooit neutraal. Wie niet goed kijkt, ziet niet wat er werkelijk speelt. Zo kan een gemeente beweren dat huiselijk geweld bij haar niet voorkomt – terwijl het in werkelijkheid simpelweg niet geregistreerd wordt.

De leden van Valente zien dag in dag uit mensen in kwetsbare posities. Volwassenen en kinderen die onveilig zijn, geen eigen dak boven hun hoofd hebben en op sociaal en psychisch vlak met grote uitdagingen worden geconfronteerd. Hun realiteit en ervaringen staan centraal bij onze leden. Zij werken dagelijks met mensen die zich in situaties bevinden waaruit ontsnappen niet eenvoudig is: vrouwen die uit een gewelddadige relatie proberen te komen, jongeren die nergens
een stabiele woonplek kunnen vinden en gezinnen die door een opeenstapeling van problemen nergens meer terechtkunnen.

Deze ervaringen tonen aan dat cijfers essentieel zijn. Toch schieten ze vaak tekort in het vangen van de werkelijkheid. Registratiesystemen bieden niet altijd de ruimte om nuances vast te leggen, en beleidskeuzes kunnen onbedoeld leiden tot incomplete of zelfs misleidende data. Wanneer er bijvoorbeeld alleen wordt gekeken naar meldingen van huiselijk geweld bij instanties, wordt een groot deel van de werkelijkheid over het hoofd gezien. Veel slachtoffers houden zich stil, uit angst voor de gevolgen of omdat ze niet geloven dat het iets zal veranderen. De werkelijkheid is dus veel complexer dan cijfers in eerste instantie doen vermoeden.

Omdat praktijk en beleid niet zonder onderbouwde kennis kunnen, heeft Valente zich voor de komende jaren(2024-2029) opnieuw verbonden aan de leerstoel Criminologie en Rechtsantropologie, die Janine Janssen bekleedt. Haar onderzoek richt zich op de vraag hoe geweld in afhankelijkheidsrelaties beter zichtbaar kan worden gemaakt en hoe beleid en hulpverlening beter kunnen inspelen op de behoeften van slachtoffers.

Zoals Janine in dit boek overtuigend laat zien, is het verzamelen van cijfers geen doel op zich. Het gaat erom wat we ermee doen. Zonder de juiste interpretatie kunnen cijfers misleiden en zelfs bijdragen aan het ontkennen van problemen. Achter de statistieken schuilt een complexe werkelijkheid: slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties zijn lang niet altijd in cijfers te vatten. Daardoor blijven zij buiten beeld, óf komen de daadwerkelijke oorzaak van hun leed en de hulpvraag die zij hebben onvoldoende naar boven.

Cijfers kunnen beleidsmakers een vals gevoel van zekerheid geven. Als het aantal geregistreerde gevallen van huiselijk geweld daalt, kan dat geïnterpreteerd worden als een succes van het beleid. Maar wat als die daling niet betekent dat er minder geweld is, maar dat slachtoffers minder snel hulp zoeken? Wat als ze geen vertrouwen meer hebben in de instanties, of als de drempel om melding te maken te hoog is geworden? In zulke gevallen kunnen cijfers een probleem verhullen in plaats van onthullen.

Janine drukt ons met de neus op de feiten: cijfers geven een indruk, maar nooit het volledige plaatje. In haar analyse verwijst ze naar Plato’s grot: cijfers zijn als schaduwen op de muur – een mogelijke afspiegeling van de realiteit, maar niet de realiteit zelf. Dit is een krachtig beeld dat ons eraan herinnert dat cijfers slechts een hulpmiddel zijn en nooit het definitieve oordeel kunnen vellen over de werkelijkheid.