Kansrijk armoedebeleid

Kansrijk armoedebeleid

Gratis

Omschrijving

Met het huidige kabinetsbeleid neemt de armoede in Nederland de komende jaren met ruim een kwart toe. De stijging van armoede komt met name door de verlaging van de bijstand tot en met 2035. Dit terwijl armoede in Nederland een hardnekkig probleem is dat de kwaliteit van leven voor circa één miljoen mensen dagelijks ondermijnt. Dit is nog zonder de effecten van de coronacrisis mee te rekenen. Gerichte maatregelen om armoede te verminderen zoals de verhoging van de bijstand, zijn effectief, maar kosten geld en vaak banen blijkt uit het verschenen onderzoek Kansrijk Armoedebeleid van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Armoede in Nederland
Armoede in Nederland is een hardnekkig probleem, waar afhankelijk van de conjunctuur ongeveer één miljoen personen jaarlijks mee te maken hebben. In 2017, tijdens een periode van hoogconjunctuur, leefden 939 dzd personen (5,7%) in een huishouden met een inkomen onder de armoedegrens van het SCP (niet-veel-maar-toereikendcriterium). 
Wanneer de armoede per levensfase wordt bekeken, dan zien we dat de armoede onder kinderen het grootst is. In 2017 leefde ongeveer 8,1% van de kinderen in een huishouden met armoede, terwijl van de volwassenen onder de AOW-leeftijd 5,6% arm was. Onder ouderen komt armoede veel minder vaak voor (3% in 2017), wat toe te schrijven is aan de AOW die boven de armoedegrens ligt.
Analyse van circa 60 beleidsopties en 3 stelselwijzigingen om armoede te reduceren.

In deze reeks van Kansrijk Beleid worden beleidsopties geanalyseerd die de armoede in Nederland reduceren. Er zijn daarbij 38 opties doorgerekend binnen het domein van de sociale zekerheid en de fiscaliteit. De beleidsopties zijn toegespitst op verschillende levensfasen en, indien van toepassing, daarbinnen op specifieke doelgroepen. Het CPB en het SCP bespreken in deze publicatie de te verwachten effecten van deze opties, zoals bepaald aan de hand van de modellen van het CPB en de wetenschappelijke literatuur. 
Maatregelen gericht op het verhogen van de werkgelegenheid (die de armoede indirect zouden kunnen reduceren) vallen buiten de scope van Kansrijk Armoedebeleid en komen in andere delen van de serie Kansrijk aan de orde.
Op termijn kan de armoede ook gereduceerd worden door maatregelen op andere terreinen, met name die van de arbeidsmarkt, het onderwijs en de gezondheidszorg. Deze maatregelen vergroten het menselijk kapitaal van mensen in armoede en maken hen beter inzetbaar. Tegelijkertijd hebben zij een preventieve werking, doordat zij de kans verkleinen dat de armoede op volgende generaties wordt overgedragen.

In deze reeks van Kansrijk Beleid bespreken we ruim twintig beleidsopties op deze terreinen, zoals gevonden in de wetenschappelijke literatuur. De omvang van de effecten is minder goed te 
kwantificeren en wordt kwalitatief beschreven.
Naast de individuele beleidsopties hebben het CPB en het SCP ook het stelsel van inkomensondersteuning als geheel onder de loep genomen. We analyseren drie stelselwijzingen die in dit kader vaak genoemd worden: de introductie van een basisinkomen, een vereenvoudiging van het toeslagenstelsel, en het verzilverbaar maken van heffings￾kortingen. Uiteraard zijn er nog tal van andere varianten te bedenken die het stelsel van inkomensondersteuning fors herzien en de armoede reduceren. De drie geanalyseerde stelselwijzigingen in dit onderdeel van Kansrijk Beleid geven een illustratie van de effecten bij een grotere herziening.