Leuker kunnen we het niet maken, wel duidelijker

Leuker kunnen we het niet maken, wel duidelijker

Gratis

Omschrijving

Het terugkeerbeleid is een heet hangijzer in de publieke discussie over asiel. Niet alleen politieke partijen maar ook de burger op straat heeft er een mening over. De visies lopen flink uiteen en variëren van ‘Iedereen mag in Nederland wonen, de wereld kent geen grenzen’ tot ‘Laten we al die “gelukszoekers” het land uit gooien’. Over één ding is iedereen het echter eens: het terugkeerbeleid moet beter. Maar zo gemakkelijk als het is om ergens iets van te vinden, zo moeilijk is het om te weten hoe het verbeterd moet worden. Bekend is dat de effectiviteit van het terugkeerbeleid voor een belangrijk deel afhankelijk is van de asielzoeker zelf en diens bereidheid om mee te werken. Gedwongen terugkeer is immers een lastig proces met vele obstakels, terwijl vrijwillige terugkeer zo goed als altijd mogelijk is. In dit onderzoek gaat het over asielzoekers zelf, over hoe zij het asielproces beleven (de ervaren procedurele legitimiteit) en in hoeverre dit invloed heeft op de mate waarin zij na een afwijzing willen terugkeren naar hun land van herkomst.

Het terugkeerbeleid is niet alleen van toepassing op afgewezen asielzoekers, maar op iedere vreemdeling die zich onrechtmatig in Nederland bevindt. De termen ‘vreemdeling’ en ‘asielzoeker’ overlappen elkaar deels. De definitie van een vreemdeling is ‘ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld’.1 Een vreemdeling die in Nederland komt, kan echter asiel aanvragen en verblijft op dat moment rechtmatig in Nederland als asielzoeker. Als de asielaanvraag wordt afgewezen, krijgen asielzoekers 28 dagen de tijd om Nederland te verlaten, waarna zij onrechtmatig in Nederland verblijven. Het terugkeerbeleid is van toepassing op afgewezen asielzoekers, maar daarnaast ook op andere vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven, bijvoorbeeld nadat ze illegaal Nederland zijn binnengekomen en geen asiel hebben aangevraagd, wanneer ze legaal in Nederland waren met een visum maar gebleven zijn nadat het visum is verlopen, of wanneer ze een dubbele nationaliteit hadden maar hun Nederlanderschap en verblijfsrecht werden ingetrokken na het plegen van een zwaar delict. Dit onderzoek richt zich specifiek op asielzoekers, zowel zij die in de procedure zitten als zij die afgewezen zijn. Deze groepen lopen overigens door elkaar, omdat er vaak herhaalde asielaanzoeken worden gedaan en de juridische status daarmee meermaals kan veranderen. Ook vreemdelingen die in eerst instantie alleen illegaal in Nederland verblijven en geen asiel hebben aangevraagd maar dit op een later tijdstip alsnog doen, vallen in dit onderzoek onder de categorie asielzoeker. Statushouders, oftewel asielzoekers wiens aanvraag is toegewezen, vallen buiten dit onderzoek.

In de volgende paragrafen wordt kort beschreven welke theorieën er momenteel bestaan over internationale migratie, hoe de procedure in Nederland in grote lijnen werkt en in hoeverre asielzoekers de asielprocedure als legitiem beschouwen. Vervolgens wordt aangegeven wat de relevantie van deze studie is, aan welke doelstellingen de studie wil voldoen en welke deelvragen hiervoor worden gebruikt. Deze inleiding eindigt met de verwoording van de hoofd- en deelvragen, en een overzicht van hoe deze in het proefschrift worden beantwoord.