Náást de jongeren - De staat van professioneel jongerenwerk in Nederland

Náást de jongeren - De staat van professioneel jongerenwerk in Nederland

2019
Gratis

Omschrijving

In 2009 is voor de laatste keer een inventarisatie gedaan naar de inzet van jongerenwerk in Nederland.

In de tussentijd is er met de decentralisaties in het sociale domein veel veranderd.

Doel van dit onderzoek is inzicht te geven hoe op dit moment in Nederlandse gemeenten vorm wordt gegeven aan het jongerenwerk. Het jongerenwerk is een beroep dat zich bezighoudt met de begeleiding van jongeren bij het volwassen worden in de samenleving. Het jongerenwerk houdt zich bezig met jongeren tussen de 10 en 27 jaar.

Deze definitie is breder dan de wijze waarop jongerenwerk in 2009 werd gezien. Het jongerenwerk kent tegenwoordig méér doelstellingen dan in 2009. Deze nieuwe doelstellingen zijn gericht op de begeleiding van jongeren bij het volwassen worden. ‘Recreatie en ontspanning’ wordt juist beduidend minder als doelstelling benoemd. De aard van het jongerenwerk blijkt een mix van ambulant werken, individueel, groeps-gebonden en accommodatie-gebonden werk. In 2009 viel individueel jongerenwerk nog grotendeels buiten het blikveld. In de helft van de gemeenten wordt apart meidenwerk aangeboden. Gemiddeld worden méér jongeren bereikt dan in 2009. Aantallen verschillen op basis van de type activiteiten waarnaar wordt gekeken, zo worden via social media meer jongeren bereikt dan met individuele aandacht. De aard van de bereikte groep is vergelijkbaar met die in 2009. Er wordt méér dan in 2009 samen gewerkt met partners zoals scholen. In 2009 werd geconstateerd dat tussen 2000 en 2009 het jongerenwerk flink was gegroeid. In de afgelopen jaren lijkt dat niet het geval te zijn. Dit is tegen de verwachting in.

Bij de decentralisatie van de Jeugdwet was de verwachting namelijk dat gemeenten meer preventieve en ambulante jeugdhulp zouden organiseren. Indien dit wel is gebeurd, is dat niet door jongerenwerkers verzorgd. Net als in 2009 is ruim de helft van de aanbieders actief in slechts één gemeente. Het hoogste aantal gemeenten waarin een jongerenwerkorganisatie actief is, is vijftien. Vrijwel alle aanbieders van jongerenwerk worden gefinancierd via gemeenten. Net als in 2009 was bij twee derde van de aanbieders sprake van structurele financiering. Er is een verschuiving geweest van het opleidingsniveau en migratieachtergrond van jongerenwerkers. In 2018 is het aandeel jongerenwerkers met een mbo-opleiding gedaald naar 35%, terwijl het aandeel jongerenwerkers met een hbo-opleidingsachtergrond is gestegen naar 65%.

In 2018 geeft 7% van de aanbieders aan géén jongerenwerkers met een migratieachtergrond in dienst te hebben, tegen 52% in 2009. De huisvesting van jongerenwerkaanbieders verschilt per organisatie. 40% van de jongerenwerkaanbieders geeft aan dat zij een eigen gebouw ter beschikking hebben en een derde een eigen ruimte in een gebouw. Bij bijna de helft wordt gebruik gemaakt van een gedeelde ruimte. In kleinere gemeenten wordt minder vaak een ruimte gedeeld. Bijna twee derde van de aanbieders geeft aan dat de ruimte geschikt is voor het doel, 36% geeft aan dat de faciliteiten niet aansluiten. In 2009 beoordeelde nog een hoger percentage, namelijk 42%, dat de accommodatie niet geschikt was. Voor het jongerenwerk liggen er in de toekomst volgens respondenten kansen, als ze werken aan de zichtbaarheid van het beroep. Het jongerenwerk kan méér van betekenis zijn als gemeenten investeren in een (persoonsgerichte) aanpak van jongeren om vroegtijdig te kunnen signaleren en hulpverlening in te schakelen. Jongerenwerk op school, jongerenwerk op social media, meidenwerk en specifieke individuele hulpverlening zijn werkwijzen in opkomst. Tot slot kan het thema jeugdparticipatie verder worden uitgebouwd