Omgaan met armoede op scholen: Handreiking voor po en vo

Omgaan met armoede op scholen: Handreiking voor po en vo

Annelies Kassenberg Mariëtte Lusse | 2022 | Hogeschool Rotterdam en Hanzehogeschool Groningen
Gratis

Omschrijving

Eén op de dertien kinderen of jongeren in Nederland groeit op in armoede. Dat zijn gemiddeld twee leerlingen per klas. Deze leerlingen groeien thuis en vaak ook in de buurt op in een omgeving die minder gunstig en stimulerend is, waardoor zij zich minder goed kunnen ontwikkelen. Zo heeft het ontbreken van een eigen bed (één op de twintig kinderen) of fiets (één op de vijf kinderen), of het niet of nauwelijks ontbijten (één op de vier kinderen) een directe, negatieve invloed op de ontwikkeling van kinderen. Het risico is groot dat het aantal kinderen in armoede hoger wordt als gevolg van de huidige inflatie, ook op scholen die eerder minder met armoedeproblematiek te maken hadden. Het thema leeft op scholen, omdat leraren zien dat leerlingen in armoede door de zorgen die zij hebben weinig ruimte in hun hoofd hebben om tot leren te komen en daardoor ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd.

Kinderen zijn arm ‘wanneer de materiële, culturele en sociale middelen onvoldoende zijn om op een manier te leven die als minimaal aanvaardbaar wordt gezien in de samenleving waarin men leeft’. Als grens van wat in Nederland financieel minimaal aanvaardbaar is, hanteert het Sociaal en Cultureel Planbureau een ‘niet veel, maar toereikend’ besteedbaar inkomen.

Lusse M. & Kassenberg, A. (2022). Omgaan met armoede op school. Handreiking voor po en vo. Herziene druk. Hogeschool Rotterdam en Hanzehogeschool Groningen.