De aanleiding van deze Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag) (PHGSG) was de aanbieding aan de Tweede Kamer van het onderzoek naar de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling (Ten Boom & Wittebrood, 2019). De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de minister voor Rechtsbescherming gaven aan dat zij het van belang vinden dat er frequenter dan voorheen onderzoek wordt gedaan naar de prevalentie van huiselijk geweld (en kindermishandeling) (brief d.d. 5 februari 2019). Daarnaast is naar aanleiding van het maatschappelijke #MeToo debat en het debat in de Tweede Kamer over het rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport (Commissie de Vries), een motie aangenomen waarin onder meer wordt vastgesteld dat er geen goed beeld is van de omvang en ontwikkeling van gevallen van seksuele intimidatie en seksueel geweld.
De motie verzoekt de regering onder andere om periodiek kwantitatief wetenschappelijk onderzoek te laten verrichten zodat de ontwikkelingen (primair van de omvang) van seksuele intimidatie en seksueel geweld blijvend worden gemonitord en het effect van preventiebeleid kan worden onderzocht. De PHGSG is voor het eerst uitgevoerd in 2020. In 2022 heeft de tweede meting van deze monitor plaatsgevonden. Dit rapport beschrijft de resultaten hiervan.
Opzet van het onderzoek
De cijfers in deze PHGSG 2022 zijn gebaseerd op een internetenquête onder een steekproef van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder (bijna 14,5 miljoen personen). Voor het onderzoek zijn honderdduizend personen benaderd. Ruim 24 duizend personen hebben de vragenlijst ingevuld, een respons van 24,2 procent. Dit grote aantal respondenten maakt het mogelijk om betrouwbare en gedetailleerde uitspraken te doen over de prevalentie van huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag in Nederland.
Onderwerp van het onderzoek
De PHGSG beschrijft de aard en de mate waarin huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag in Nederland voorkomen. De data zijn gebaseerd op zelfrapportage, dat wil zeggen dat de respondent verslag doet van zijn eigen gevoelens en ervaringen. Bij huiselijk geweld gaat het om vormen van geweld als dwingende controle, stalking door ex-partner, fysiek geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag die gepleegd worden door iemand uit de huiselijke kring. De term ‘huiselijke kring’ heeft betrekking op de sociale relatie tussen slachtoffer en pleger. Tot de huiselijke kring worden gezins- en familieleden en ook eventuele (ex-)partners gerekend. Met ‘huiselijke kring’ wordt niet de locatie bedoeld: de voorvallen hoeven niet per se thuis te hebben plaatsgevonden. Seksueel grensoverschrijdend gedrag omvat alle vormen van seksuele intimidatie en seksueel geweld. Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan binnen en buiten de huiselijke kring plaatsvinden, zowel online als offline, in de ‘echte wereld’. In deze monitor worden de volgende vormen van huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag afzonderlijk besproken: verbale agressie in huiselijke kring, fysiek geweld in huiselijke kring, dwingende controle in huiselijke kring, stalking door expartner, offline seksuele intimidatie, online seksuele intimidatie, en fysiek seksueel geweld.
Gevraagd is naar voorvallen die hebben plaatsgevonden in de periode van vijf jaar respectievelijk 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het slachtofferschap staat centraal. Aangezien het veldwerk van dit onderzoek in maart en april 2022 plaatsvond heeft de jaarprevalentie van slachtofferschap betrekking op de periode maart/april 2021 tot en met maart/april 2022. Ook komt aan de orde in welke mate dit slachtofferschap een structureel karakter heeft (dat wil zeggen ten minste maandelijks plaatsvindt).