Toegang tot de opvang van slachtoffers zonder eerdere verblijfsstatus

Toegang tot de opvang van slachtoffers zonder eerdere verblijfsstatus

Gratis

Omschrijving

01 Op basis van de EU-richtlijn minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (2012/29/EU) (hierna: de richtlijn) zijn alle EU-lidstaten verplicht om gemeenschappelijke minimumnormen in acht te nemen voor iedereen die op hun grondgebied slachtoffer wordt van een strafbaar feit (Kamerstukken II, 34 236 nr. 3, MvT). De EU-richtlijn bevat onder andere een norm die lidstaten verplicht voorzieningen te treffen voor opvang. Volgens artikel 9, derde lid, onder a) van de EU-richtlijn moet worden gezorgd voor “een toevluchtsoord of andere passende tussentijdse opvang voor slachtoffers die wegens een dreigend risico van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding een veilige schuilplaats nodig hebben”.

02 Dit betekent dat ieder slachtoffer van een delict en een dreigend risico loopt, toegang moet krijgen tot een opvang, ongeacht zijn of haar verblijfsstatus. Voor het merendeel van de slachtoffers van strafbare feiten is de toegang tot deze opvang in Nederland geregeld. Voor een specifieke groep slachtoffers ontbreekt dit echter. Het gaat hier om buitenlandse slachtoffers van huiselijk en eergerelateerd geweld, die geen eerdere verblijfsstatus hebben gehad. Het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn waarborgt de toegang van deze slachtoffers niet, zo stelt het College voor de rechten van de mens.1 De Wet maatschappelijke opvang (hierna: Wmo) kent namelijk een zogenoemd koppelingsbeginsel voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf. Dit koppelingsbeginsel houdt in dat een slachtoffer niet in aanmerking komt voor voorzieningen uit de Wmo, zolang hij/zij geen toegekende verblijfsvergunning heeft. In onderstaande illustratie (figuur 1) schetsen we de periode waarin het koppelingsbeginsel uit de Wmo van toepassing is. De vraag is echter of opvanginstellingen dergelijke slachtoffers op het ontbreken van de verblijfsvergunning daadwerkelijk in de praktijk weigeren.

03 Om na te gaan of dit probleem zich in de praktijk voordoet en zo ja, wat de omvang is, hebben de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport opdracht gegeven voor dit onderzoek.