Veerkracht in het corporatiebezit De update: een jaar later, twee jaar verder…

Veerkracht in het corporatiebezit De update: een jaar later, twee jaar verder…

Gratis

Omschrijving

Samenredzaamheid verder onder druk

De in het onderzoek “Veerkracht in het corporatiebezit” beschreven trends blijken na 2016 onverminderd door te zetten. De laatste twee jaar is de concentratie van kwetsbare groepen in de sociale huursector verder toegenomen. Een groot aandeel van deze huurders heeft een beperkte zelfredzaamheid en daar waar zij geconcentreerd samenwonen, staat ook de samenredzaamheid onder druk. Deze bewoners hebben genoeg te stellen met hun eigen problemen en daardoor weinig ruimte om anderen bij te staan. Ook de overlast en onveiligheid zijn in buurten met veel sociale huurwoningen verder toegenomen. De toename van specifieke kwetsbare groepen, zoals mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een licht verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische problematiek speelt hierbij een rol.

Vooral zwakke buurten worden geraakt

De concentratie van kwetsbare groepen en toenemende problemen rond overlast en onveiligheid zijn het sterkst zichtbaar in wijken waar de leefbaarheid al onder druk staat. Daar zijn de goedkoopste woningen te vinden en is de mutatiegraad het hoogst. Daar is (dus) ook de instroom van kwetsbare groepen het grootst. Daarnaast is er in deze wijken een grotere uitstroom van hogere inkomens en een verminderde instroom van meer kansrijke huishoudens. Als groepen die dit nodig hebben in deze context niet de ondersteuning krijgen die nodig is, ontstaan als snel problemen rond overlast en onveiligheid. De ruimtelijke tweedeling tussen corporatiebuurten en overige buurten overstijgt dan ook sociaaleconomische verschillen. Ook qua leefomstandigheden - en in het bijzonder in relatie tot overlast en onveiligheid – nemen de verschillen toe, waar ze tot circa 2012 nog afnamen.

Oorzaken algemeen maatschappelijk

Dat er een concentratie ontstaat van de kwetsbaarste groepen in een beperkt aantal buurten en dat in die buurten problemen met overlast en onveiligheid veelal toenemen, kan worden verklaard vanuit meerdere maatschappelijke ontwikkelingen:

• Volkshuisvesting: de volkshuisvesting is als gevolg van rijksbeleid de laatste decennia steeds meer gericht op het huisvesten van kwetsbare groepen waardoor de sociale huur meer en meer het exclusieve domein is geworden van huishoudens ‘met een vlekje’.

• Rolopvatting woningcorporaties: woningcorporaties verlegden hun aandacht de laatste tien jaar van een brede rol in een integrale wijkaanpak, naar de zogenaamde ‘kerntaken’ op het gebied van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit (duurzaamheid). De corporaties werden hiertoe aangezet door de veranderingen in het rijksbeleid (vooral Woningwet), maar het was ook een autonome reactie van woningcorporaties op de financiële en morele crisis in de jaren daarvoor.

• Marktdenken: marktdenken bij overheid en woningcorporaties heeft geleid tot een concentratie van de goedkoopste woningen in wijken waar de leefbaarheid zwak is.

• Zorg: het rijksbeleid op het gebied van de extramuralisering en ambulantisering zorgt voor een grotere druk op de goedkope woningvoorraad en meer kwetsbare mensen in ditzelfde segment.

• Decentralisatie – het rijksbeleid dat bestond uit de decentralisatie van zorg en ondersteuning, participatie en jeugdhulp ging samen met bezuinigingen. Bezuinigingen die de ondersteuning van en het perspectief voor kwetsbare groepen onder druk hebben gezet.

• Ondermijning – kwetsbare groepen (en hun woningen) zijn een gewild doelwit voor ondermijnende criminaliteit, waarbij door criminelen handig wordt ingespeeld op de behoefte aan ‘snel geld’ bij een deel van deze bewoners.

Elk afzonderlijk zijn deze ontwikkelingen wellicht niet onoverkomelijk. Gezamenlijk hebben ze echter een ongewenst bijeffect: een toename van problemen in wijken waar de problemen al het grootst zijn.