What works: Psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland

What works: Psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland

2022 | WODC, Ministerie van Justitie en Veiligheid
Gratis

Omschrijving

Het doel van dit onderzoek was vast te stellen welke psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland (SHN) biedt aan slachtoffers van ernstige geweld- en zedendelicten (EGZ), op welke theorieën het daaronder liggende beleid is gebaseerd, en te onderzoeken of het gebodene aansluit bij wat daarover in de wetenschappelijke literatuur bekend is. Wij hebben het onderzoek in een aantal deelstudies opgesplitst, waarbij verschillende methoden werden ingezet, zoals deskresearch, interviews met medewerkers van SHN, gesprekken met slachtoffers, een survey onder voormalige cliënten, en onderzoek in de registratiesystemen van SHN.

Beleidstheorie
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft in 2013 een beleidsvisie slachtofferbeleid uitgebracht, waarin maatschappelijke trend voor meer aandacht voor slachtoffers wordt weergegeven. Jaarlijks wordt 1 op de 4 burgers slachtoffer van criminaliteit. Verschillende maatschappelijke veranderingen hebben ervoor gezorgd dat de verantwoordelijkheden van de overheid voor slachtofferschap door de jaren heen zijn toegenomen. Vrouwenemancipatie en de daarmee gepaard gaande aandacht voor vrouwelijke slachtoffers, de algehele toename van criminaliteit, waardoor het slachtofferschap toenam, de individualisering van de samenleving, in combinatie met een steeds hoger opgeleide bevolking, hebben geleid tot hogere verwachtingen van burgers. Slachtoffers hebben hogere, geïnformeerde verwachtingen gekregen en willen actief een bijdrage leveren aan het strafproces. Ook de toegenomen aandacht voor hulpverlening voor en re-integratie van veroordeelden heeft de kloof met slachtoffers onevenredig vergroot. Uit onderzoek bleek dat slachtoffers behoefte hebben aan 1) erkenning en zorgvuldige bejegening (waaronder informatie), 2) rechtvaardigheid, 3) bescherming, 4) ondersteuning en 5) schadevergoeding en herstel. Daarnaast dient de overheid ook te conformeren aan internationale regelgeving en verdragen, zoals de Europese slachtofferrichtlijn. Op basis van het bovenstaande heeft de afdeling slachtofferbeleid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid vijf beleidsdoelen opgesteld. Een daarvan is dat slachtoffers die dat nodig hebben, ondersteuning krijgen bij het te boven komen van gevolgen van een delict (beleidsdoel 4), welke wordt onderzocht in dit rapport. In een recente beleidsdoorlichting over het door het ministerie gevoerde beleid in van 1 januari 2014 t/m 31 december 2019 (gepubliceerd in september 2021) staat vermeld dat de hulpverlening voor slachtoffers is gespecialiseerd naar drie categorieën: veel voorkomende misdrijven, impactvolle 6 misdrijven en ernstige gewelds- en zedenzaken (EGZ).1 SHN wordt gezien als een belangrijke ketenpartner in de dienstverlening voor ondersteuning van alle drie de categorieën. Specifiek voor nabestaanden en complexe EGZ-zaken (een zaak wordt aangeduid als complex als er problemen zijn op praktisch/financieel, medisch, psychosociaal en juridisch gebied), heeft SHN casemanagers in het leven geroepen. De overige slachtoffers van ernstige delicten worden bijgestaan door onbetaalde medewerkers. Tevens zijn richtinggevend de TENTS-richtlijnen (2008), alsmede de Nederlandse Multidisciplinaire Richtlijn Psychosociale hulp bij Rampen en Crises (2014), de richtlijn Psychosociale Ondersteuning na Ingrijpende Gebeurtenissen (NtVP, 2018) en Akwa GGZ Zorgstandaard (2020). Op basis hiervan moet SHN psycho-educatie aanbieden en stepped care met watchful waiting, met aandacht voor zelfredzaamheid en veerkracht. De impliciete beleidstheorie is dat de meeste slachtoffers zullen herstellen met behulp van deze psychosociale ondersteuning (psycho-educatie, monitoring, watchful waiting) van SHN. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen niet-complexe EGZ-zaken die door een onbetaalde medewerkers met enkele contacten kan worden ondersteund, en complexe EGZzaken die door een casemanagers intensiever worden begeleid. De kleine groep slachtoffers en nabestaanden die langdurige en/of complexe klachten (dreigen te) ontwikkelen, kan niet door SHN worden ondersteund en wordt door SHN doorverwezen naar specialistische hulpverlening.