H10 - Interventies

H10 - Interventies

Productgroep Jonge criminelen die volwassen worden
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van interventies die tot doel hebben ernstig antisociaal gedrag van oudere adolescenten en jongvolwassenen terug te dringen. De nadruk ligt ligt op psychosociale programma’s in justitiële jeugdinrichtingen en gevangenissen voor volwassenen en op interventies specifiek gericht op de jongere (18 tot 25 jaar) en zijn omgeving.

In de voorgaande hoofdstukken is al uiteengezet dat ondanks de duidelijke wettelijke scheidslijn (in Nederland 18 jaar; Tonry (2007)) volwassen worden een geleidelijk proces is dat voor iedere jongere anders en in een ander tempo verloopt. Bovendien gaat het op het ene levensterrein sneller dan op het andere en duurt het hele proces van volwassenwording de laatste decennia langer dan onder vorige generaties het geval was. Een voorwaarde voor het succes van een programma voor jongvolwassen daders is dat er rekening wordt gehouden met zowel de verschillende ontwikkelingstaken die horen bij volwassenwording als de factoren die tijdens deze periode te maken hebben met doorgaan, beginnen of stoppen met criminele activiteiten (Mulvey e.a., 2004).

De volgende vragen komen aan de orde: Wat zijn de algemene en specifieke werkzame factoren in interventies voor jongvolwassen daders? Welke interventies zijn er in ons land beschikbaar en omvatten die veelbelovende factoren? We concentreren ons op programma’s voor jongvolwassen daders zelf en we laten interventies die vooral gericht zijn op jonge daders, hun ouders of verdere familie buiten beschouwing.

Werkzame factoren voor jongvolwassen daders: internationale resultaten
Effectieve interventies worden onderbouwd door een hulpverleningstheorie die beschrijft welke risico- en beschermende factoren de interventie wil beïnvloeden en wat de algemene en specifieke werkzame factoren zijn om het doel van de interventie te bereiken (Van Yperen & Boendermaker, 2008). Algemene of non-specifieke elementen van een interventie zijn de factoren die aan het resultaat bijdragen ongeacht het soort interventie, het soort probleem of de groep of de individuen waar het om gaat. Specifieke elementen zijn verantwoordelijk voor de effectiviteit van behandelingen die gericht zijn op de eigen dynamische factoren die relevant zijn voor de doelgroep van de interventie, in dit geval jongvolwassen delictplegers.

Algemene werkzame factoren
Reviews en meta-analyses laten zien hoe belangrijk de rol is die risico, behoefte en responsiviteit spelen in het werken met criminele jongeren. Interventies moeten afgestemd zijn op de ernst en complexiteit van het probleemgedrag van de jongere en gericht zijn op de kenmerken, risicofactoren en behoeften die direct met het probleemgedrag te maken hebben. De interventie moet derhalve bestaan uit verschillende modules met verschillende methoden die uiteenlopende risicofactoren aanpakken (Andrews e.a., 1990; Lipsey, 2009; Lowenkamp, 2004). Andere algemene werkzame factoren zijn het in hoge mate uitvoeren van de interventie zoals de bedoeling is (behandel-integriteit); een goede aansluiting bij de motivatie van de cliënt; een adequate planning en structuur van de interventie; een werk-alliantie tussen hulpverlener en cliënt; en, tot slot, goed getraind en opgeleid personeel (zie bv. Shirk & Karver, 2003; Weisz e.a., 1995; Van Yperen e.a., 2010).