H2 - Patronen van criminele carrières

H2 - Patronen van criminele carrières

Productgroep Jonge criminelen die volwassen worden
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In de Nederlandse volkskunst uit de 16e en 17e eeuw was een stijgende en weer dalende trap een populaire manier om op metaforische wijze de levensloop weer te geven. Zo’n ‘levenstrap’ begon bij de geboorte en iedere trede vertegenwoordigde een volgend decennium. Om het hoogste niveau, de bloei van het leven, te bereiken, waren vijf treden nodig. Vanaf dat punt ging het weer vijf treden omlaag naar de ouderdom en uiteindelijk de dood. Meer dan aan de biologische groei van het individu gaf zo’n levenstrap uiting aan de gevaren en valkuilen verbonden aan iedere levensfase en de manier waarop die, in overeenstemming met de christelijke ethiek van die tijd, het beste te vermijden waren. Een respectabel vak leren, trouwen, een gezin stichten en carrière maken, golden als onontbeerlijk voor een geslaagd en gelukkig leven. De echo van deze 16e-eeuwse volkswijsheid vinden we nu nog terug in veel op individuele ontwikkeling en de levensloop gebaseerde criminologische theorieën in een verklaring voor het afzien van crimineel gedrag.

Bijna zonder uitzondering benadrukken criminologische ontwikkelings- en levenslooptheorieën het belang van conventionele rollen die volwassenen vervullen in het proces van stoppen met criminaliteit. Sampson en Laub (1993; Laub & Sampson, 2003) veronderstellen in hun age-graded- theorie dat sociale banden die geworteld zijn in de overgang naar volwassenheid een gunstige invloed hebben op afzien van crimineel gedrag. De overgang naar volwassenheid zorgt voor nieuwe situaties, zoals een baan en een huwelijk en nieuwe bronnen voor sociale controle, leiden tot een reorganisatie van routineactiviteiten en bieden de mogelijkheid voor een identiteitsverandering.

Volgens de age-graded- theorie zorgen deze veranderingen voor afstand nemen van criminaliteit en fungeren ze als keerpunten die daders ertoe brengen van toekomstige misdrijven af te zien. Op een vergelijkbare manier wijst de ontwikkelingstaxonomie van Moffitt (1993) erop dat betrokkenheid bij belangrijke rollen die volwassen vervullen essentieel is om van crimineel gedrag af te zien. Betrokken blijven bij crimineel gedrag levert een adolescent in de overgang naar volwassenheid steeds meer ‘kosten’ op. Door de formele en informele sancties die aan dat gedrag verbonden zijn, ziet de adolescent prestaties uit het verleden en doelen voor de toekomst in gevaar komen. Het merendeel van de delinquente adolescenten reageert op die toenemende onzekerheid door zich te committeren aan de nieuw beschikbare rollen die volwassenen vervullen en crimineel gedrag op te geven.

Tegen de achtergrond van verandering en verscheidenheid en de resultaten van eerder internationaal onderzoek, schetsen we in dit hoofdstuk de ontwikkeling in Nederland van crimineel gedrag in de overgang naar volwassenheid. We baseren ons op een review van beschikbaar Nederlands onderzoek en op nieuwe analyses van data over de criminele carrières van Nederlandse jongvolwassenen verzameld op zowel algemeen als individueel niveau. Op basis van dat materiaal onderzoeken we het niveau en de aard van crimineel gedrag en de verschillende dimensies van criminele carrières van 21- tot 30-jarigen. Als startpunt voor onze analyse maken we gebruik van het begrippeninstrumentarium van het criminal career paradigm (Piquero e.a., 2003). Speciale aandacht besteden we aan patronen van continuïteit en verandering, wat betreft zowel de frequentie als de ernst en verscheidenheid van misdrijven. Voor zover de gegevens dat toelaten, zullen we die dimensies van criminele carrières onderzoeken en vergelijken voor mannelijke en vrouwelijke daders en voor daders van Nederlandse en niet-Nederlandse afkomst. Eerst zullen we ingaan op de overgang van adolescentie naar jongvolwassenheid in de algemene bevolking.