H5 - Kwetsbare jeugd op weg naar volwassenheid

H5 - Kwetsbare jeugd op weg naar volwassenheid

Productgroep Jonge criminelen die volwassen worden
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In de inleiding op dit boek is beschreven hoe er tijdens de overgang van de adolescentie naar de volwassenheid grote veranderingen plaatsvinden in het leven van jongeren. In dit hoofdstuk onderzoeken we hoe die veranderingen bij verschillende kwetsbare groepen jongeren samenhangen met veranderingen in crimineel gedrag. We kijken vooral naar jongens en meisjes in residentiële jeugdzorginstellingen en naar bijzondere categorieën daders. Het gaat om kwetsbare jongeren die grote risico’s liepen en lopen en die als kind vaak ernstig probleemgedrag, inclusief crimineel gedrag, vertoonden. Ze zijn opgegroeid in achterstandswijken en onder problematische gezinsomstandigheden. Politie en justitie hadden hen in het oog en in vele gevallen hebben kinderbescherming en jeugdzorg geprobeerd hun opvoeding en opleiding bij te sturen.

Het is belangrijk om deze jeugdigen te onderzoeken, omdat voor sommigen van hen een problematische jeugd gevolgd werd door een volwassen leven met vergelijkbare problemen. Mogelijk verklaart hun onvermogen om met succes volwassen te worden (deels) hun latere problemen. Het kan echter ook zijn dat hun problemen blijven bestaan of zich opstapelen, ondanks een succesvolle overgang naar volwassenheid, bijvoorbeeld omdat nieuwe sociale omstandigheden nieuwe criminele kansen bieden.

Twee vragen die zich dan opdringen, zijn: Vinden deze overgangen naar volwassenheid voor kwetsbare en normale jongeren op een vergelijkbare manier plaats? En: Fungeren deze overgangen voor verschillende kwetsbare groepen op een soortgelijke wijze als keerpunten die een afname van criminele activiteiten markeren? De eerste twee door ons onderzochte groepen zijn mannen en vrouwen die als kind in de residentiële jeugdzorg geplaatst waren en die een hoog risico liepen op delictgedrag.

De derde groep – jeugdige zedendelinquenten (met lijfelijk contact, dus geen exhibitionisten) – loopt extra risico op seksuele recidive. Het onderzoek was niet gericht op een steekproef uit de normale populatie. We kozen ervoor om als zodanig geïdentificeerde delinquenten te onderzoeken. Daardoor kregen we beschikking over veel delictgegevens, waardoor er een grotere kans is significante relaties te vinden tussen delict en omstandigheden. Voor onderzoek naar andere kwetsbare groepen, zoals bendeleden en drugsgebruikers, zijn er in Nederland onvoldoende gegevens voorhanden die een lange tijdsspanne beslaan.

We gingen na in hoeverre en wanneer individuen uit ieder van de drie groepen de overgang naar volwassenheid maken. Vinden jonge mannen die een zedenmisdrijf jegens een kind begingen later een partner en krijgen ze ook kinderen? En zo ja, op welke leeftijd gebeurt dat? En hoe zit dat met jongeren die in een tehuis zijn opgegroeid? Vinden die werk na ontslag uit een instelling?

Vervolgens onderzochten we de vraag of een vroegere dan wel latere dan gebruikelijke overgang naar werk, huwelijk en ouderschap invloed heeft op de criminele carrières van deze groepen daders, net als het geval is bij een gemiddelde steekproef van Nederlandse mannen en vrouwen. Tot slot keken we naar verschillen in etniciteit en intelligentieniveau binnen onze steekproef. Zowel voor niet-westerse jongeren als voor jongeren met een laag IQ valt te verwachten dat toetrede tot de arbeidsmarkt moeilijker is, waardoor die tot de criminele wereld makkelijker is. Evenzo onderzochten we of culturele verschillen een rol spelen. We deden dit aan de hand van de vragen in hoeverre huwelijk en ouderschap van invloed zijn op het verloop van crimineel gedrag en of personen met een laag IQ er moeite mee hebben een partner te vinden.