Startfoto Hervormingsagenda Jeugd bij BGZJ-aanbieders

Startfoto Hervormingsagenda Jeugd bij BGZJ-aanbieders

2025 | www.dsp.nl
Gratis

Omschrijving

Aanleiding, context en totstandkoming

Achtergrond en doel In juni 2023 ondertekenden de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ), samen met het Rijk, de VNG, cliëntenorganisaties en beroepsverenigingen, de Hervormingsagenda Jeugd. Doel van deze agenda: de jeugdhulp structureel verbeteren. Meer samenhang, betere toegang, meer kwaliteit – binnen een houdbaar financieel stelsel, met uniforme(re) inkoop en eenduidige verantwoording. Iedere partij heeft daarbij een eigen verantwoordelijkheid. Voor jeugdhulpaanbieders is die dubbel: ze leveren niet alleen zorg, maar werken ook mee aan de noodzakelijke hervormingen. In de praktijk is dat soms makkelijker gezegd dan gedaan.

Vraag aan DSP-groep

Om goed zicht te krijgen op hoe aanbieders ervoor staan, heeft de BGZJ DSP-groep gevraagd een 'startfoto' te maken. Die laat zien: hoe bekend en betrokken aanbieders zijn bij de agenda; waar ze vooruitgang boeken; waar ze knelpunten ervaren; en welke ondersteuning gewenst is.

Opzet van het onderzoek

De startfoto is gebaseerd op een vragenlijst die door 123 aanbieders is ingevuld. Aangezien de respons een brede spreiding laat zien over de verschillende branches (Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse ggz en VGN), jeugdregio’s én typen organisaties, biedt het een representatief beeld van het veld van gespecialiseerde jeugdhulpaanbieders in Nederland. De bevindingen uit het vragenlijstonderzoek zijn verdiept en aangevuld op basis van een duidingssessie met aanbieders en beleidsadviseurs. Opbouw van dit document Het onderzoeksrapport bevat gedetailleerde analyses per thema, regio en branche. Deze publieksversie beperkt zich tot de belangrijkste inzichten – voor de snelle lezer die vooral geïnteresseerd is in de hoofdlijnen. We starten in hoofdstuk 2 met de beantwoording van drie hoofdvragen. Daarna gaan we dieper in op hoe de Hervormingsagenda Jeugd door de aanbieders wordt ervaren, wat de algemene knelpunten en voorwaarden zijn voor succes, welke ervaringen er zijn per inhoudelijk thema van de Hervormingsagenda), hoe regio’s en branches van elkaar verschillen, wat de belangrijkste aanbevelingen voor de praktijk zijn, en tot slot: welke vervolgstappen de BGZJ zelf kan zetten.

 

Hoofdconclusies

Op basis van de ingevulde vragenlijsten door 123 jeugdhulpaanbieders en een duidingssessie met aanbieders en beleidsadviseurs, zijn drie deelconclusies geformuleerd. Waar staan de jeugdhulpaanbieders ten opzichte van de Hervormingsagenda? De meeste aanbieders zijn goed bekend met de Hervormingsagenda en onderschrijven de ambities. Toch blijft de ervaren impact in de praktijk achter. De Hervormingsagenda wordt vaak gezien als een bevestiging van bestaand beleid. Er is voortgang op diverse thema’s, zoals zorg op maat en versterking van lokale teams, maar bij meer complexe opgaven – zoals het afbouwen van residentiële zorg of samenwerking met onderwijs – stokt de uitvoering door een gebrek aan handvatten, regie of kaders.

Hoe staat het met randvoorwaarden zoals standaardisatie, regeldruk en financiering?

De randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor een succesvolle implementatie van de Hervormingsagenda vormen op veel vlakken een belemmering. De aanbieders geven aan dat er sprake is van versnippering tussen regio’s, zware administratieve lasten, grote verschillen in verantwoordingseisen en een gebrek aan structurele financiering. Goede voorbeelden van regionale samenwerking of administratieve verlichting zijn er wel, maar blijven eerder uitzondering dan regel. Veel aanbieders voelen zich machteloos. Er is een duidelijke behoefte aan landelijke kaders, stabiel beleid en meerjarige partnerschappen. Deze zijn cruciaal voor het realiseren van structurele veranderingen en het toekomstbestendig maken van de jeugdhulp.

Hoe verloopt de samenwerking met lokale teams?

De ervaringen van aanbieders in de samenwerking met lokale teams zijn wisselend. De potentie van lokale teams wordt breed erkend: ze kunnen een belangrijke rol spelen in vroegsignalering, passende toeleiding en het betrekken van de context. In de praktijk is die samenwerking echter nog vaak gefragmenteerd, zonder vaste structuur of gezamenlijke afstemming. Er ontbreekt een duidelijke organisatievorm waarin aanbieders structureel betrokken worden. Pilots en goede voorbeelden tonen aan wat er wél mogelijk is als regie, coördinatie en samenwerking goed worden ingericht.