Vijf stellingen over gender en huiselijk geweld

Vijf stellingen over gender en huiselijk geweld

Productgroep Sozio 4 2025
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Over gendergerelateerd huiselijk geweld wordt veel gesproken. Maar lang niet altijd met voldoende achtergrondkennis en inzicht in de materie. Aan de hand van vijf stellingen illustreert Saskia Daru van Movisie de noodzaak om onze blik op het onderwerp te verruimen.

Allereerst is het goed de vraag te beantwoorden: wat ís gendergerelateerd (huiselijk) geweld eigenlijk? De term ‘gender’ verwijst naar de maatschappelijke opvattingen over hoe mannen en vrouwen zich zouden moeten gedragen. Het is een binaire indeling van rolpatronen die conflicteert met de werkelijkheid, want veel mensen passen niet in deze simpele tweedeling. Gendergerelateerd geweld is geweld dat iemand wordt aangedaan als gevolg van maatschappelijke rolpatronen en de diepgewortelde opvattingen die daaraan ten grondslag liggen, waarin vrouwen vaak gezien worden als bezit, homoseksuele mannen als onvoldoende mannelijk en biseksuele vrouwen als te mannelijk. Gendergerelateerd geweld kan bestaan uit fysiek, seksueel, psychologisch of economisch geweld, of uit de dreiging daarmee. Gendergerelateerd huiselijk geweld vindt plaats in de privésfeer, tussen mensen die een familiaire relatie met elkaar hebben.

Stellingen
Dat gezegd hebbend, presenteer ik de volgende vijf stellingen over gendergerelateerd huiselijk geweld.

1. Mannen zijn niet altijd plegers, vrouwen niet altijd slachtoffers
Huiselijk geweld treft mannen, vrouwen en kinderen. Veel geweld heeft te maken met het uitoefenen van macht en controle, maar ook met stress in het huishouden. Geweld kan fysiek zijn, maar ook psychisch. En het kan ontregelend zijn en desastreuze gevolgen hebben. In het meeste onderzoek naar hoe vaak huiselijk geweld voorkomt, is te zien dat mannen bijna net zo vaak slachtoffer zijn. Maar er is wel onderscheid in de vorm, aard en ernst van het geweld tussen mannen en vrouwen. Statistisch gezien hebben vrouwen vaker te maken met structureel ernstig geweld, en voelen zij zich als gevolg daarvan vaker ernstig bedreigd. Jaarlijks worden rond de veertig vrouwen door hun mannelijke partner gedood, terwijl het aantal mannen dat door hun vrouwelijke partner wordt gedood rond de zes ligt.
Wanneer mannen geweld meemaken is het vaak verbaal van aard, maar ook fysiek geweld komt regelmatig voor. Volgens de site mannenmishandeling is de pleger in 49% van de gevallen een vrouw en in 29% een man (Mannenmishandeling, z.d.).
Mannen die te maken hebben met huiselijk geweld hebben vaak erg veel moeite om zichzelf als slachtoffer te zien. Ook vanuit hulpverleners en politie zijn reacties vaak afwijzend en bagatelliserend. Juist omdat we denken in genderrollen zien we slachtofferschap onder mannen niet goed. Toch kreeg van de bevolking van 16 jaar of ouder 8% van de mannen en 10% van de vrouwen te maken met huiselijk geweld. (CBS, 2024)