Mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) hebben vaker last van emotionele en gedragsproblemen, al dan niet ten gevolge van ingrijpende gebeurtenissen.
Psychomotorische therapie (PMT) zet het lichaam centraal: via bewegen en aandacht voor lichaamssignalen leren cliënten spanning herkennen en reguleren. Zo krijgen ze meer grip op hun gevoelens en gedrag, wat helpt bij het verwerken van trauma en het voorkomen van agressieve uitbarstingen.
1 Een lichamelijke aanpak kan bijdragen bij emotionele en gedragsproblemen
Bij mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb; IQ 50–85) komen emotionele en gedragsproblematiek regelmatig voor. Daarnaast hebben zij ook een verhoogd risico op het meemaken van heftige of traumatische gebeurtenissen, zoals seksueel misbruik, wat kan leiden tot een posttraumatische stressstoornis. Dit brengt vaak ook weer psychische of gedragsmatige klachten met zich mee. Traditioneel wordt cognitieve gedragstherapie (CGT) ingezet bij psychische klachten bij mensen met een lvb. Het ’doen’ van bijvoorbeeld rollenspellen of ontspanningsoefeningen blijkt een belangrijk onderdeel te zijn binnen de CGT. Juist de doe-component in CGT blijkt zeer effectief bij deze doelgroep omdat de verbale, abstracte verwerkingskracht vaak beperkt is.
Een andere belangrijke bevinding is dat emotionele en gedragsproblemen bij mensen met een lvb vaak een lichamelijke component hebben. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld hyperarousal, wat gepaard gaat met een verhoogde hartslag, gespannen spieren en onrust in het lijf. Dit kan een concreet aangrijpingspunt vormen voor behandeling: door aandacht te geven aan signalen van het lichaam kan de cliënt leren deze te herkennen (en te reguleren). De cliënt kan leren het lichaam beter te gebruiken als informatiebron en als instrument om bijvoorbeeld spanning beter te reguleren. Zo kunnen ademhalingsoefeningen ingezet worden om bijvoorbeeld rustiger te gaan ademhalen. Psychomotorische therapie (PMT), vaak aangeboden binnen een multidisciplinaire behandeling, speelt hierop in en zet het lichaam centraal in de behandeling. Bewegen en lichaamservaringen zijn dan ook de hoekstenen van PMT.
PMT biedt cliënten de mogelijkheid om via ervaringsgerichte oefeningen inzicht te krijgen in wat er gebeurt in hun lichaam, hoe emoties zich uiten op een lichamelijk niveau, en hoe zij via beweging én contact met het eigen lijf kunnen interveniëren in hun gevoelens. Werken met aandacht voor het lichaam wordt hierbij door de cliënten erg gewaardeerd. Ze ervaren dat ze weer grip krijgen op hun lichaam en de signalen die het afgeeft en het helpt hen om hun problemen te verminderen en om meer zelfvertrouwen te krijgen (Currie et al., 2019).
2 Lichaamsbewustzijn als belangrijke component in de behandeling van psychotrauma en agressief gedrag Psychotrauma
Bij mensen met een lvb die een psychotrauma hebben doorgemaakt, is lichaamsbewustzijn zeer relevant in de behandeling. Het psychotrauma leidt vaak tot lichamelijke klachten waaronder hyperarousal en slaapproblemen. Bij mensen met een verstandelijke beperking die slachtoffer zijn van seksueel misbruik is er vaak sprake van een verstoord lichaamsbewustzijn: vaak zijn ze zich juist wél bewust van lichamelijke signalen, maar kunnen deze niet op de juiste wijze waarnemen, interpreteren of er adequaat mee omgaan (Smit et al., 2023). Deze verstoring kan leiden tot onder andere verhoogde angst, agressie of PTSS-symptomen. Het onderstreept de noodzaak van interventies die lichaamssignalen expliciet meenemen – zoals PMT dat doet. Uit recent onderzoek van Van de Kamp (2024) blijkt dat PMT bij mensen met psychotrauma helpt om lichaamssignalen beter waar te nemen en ook om te gaan met lichamelijke spanning. Daarmee komt ook een verbetering van het contact met anderen tot stand.